dinsdag 1 oktober 2024

Groter dan mijn geloof

 

In de maand oktober schrijf ik altijd iets over geloof. Dat heeft te maken met deze 1ste oktober die de feestdag is van de ‘kleine’ Theresia van Lisieux. Misschien hebt u nooit over haar gehoord maar zij stierf in 1897 zeer jong als karmelietes en werd met afstand de meest populaire heilige in de twintigste eeuw. Miljoenen pelgrims bezochten al haar graf in Lisieux in Normandië. Daar vind je deze reuzegrote basiliek die in de pompeuze stijl van de Sacré-Cœur op Montmartre gebouwd werd. In het Sint-Albertuscollege van Haasrode hoorden we geregeld iets over de kleine Theresia, ook al begrepen we pas veel later waarom.

Waarom is die zuster uit Lisieux nu zo interessant voor onze tijdgenoten? In deze hyper-individualistische tijd, is ieder zelf de maatstaf van de dingen. Je moet je geloof maar zelf bepalen en cultiveren. Geloof wordt gezien als iets dat je zelf kiest en vormgeeft, iets dat je zelf controleert. Het geloof is dan steeds kleiner dan het individu. Maar kan er ook een collectief geloof bestaan dat het individueel geloof overstijgt? Voor Theresia was dit beslist zo. Zij was groot in het geloof maar zelf zou zij gezegd hebben dat haar persoonlijk geloof maar klein was.

Geloof is een zaak van de wil. Het is de moed en de wil om de geschiedenis van Jezus en zijn leerlingen binnen te gaan. Het is geen mechaniekje dat je controleert. Het is iets dat groter is dan jezelf. Anderen kunnen er iets over weten en kennen dat jij nog niet kent. Iedere metafoor loopt ergens mank maar stel het je voor als een prachtig paard waar je wel een band mee hebt. Je kent het nooit 100%, maar je leert altijd bij en je vertrouwt het op je wilde tocht door het leven, omdat je weet dat het je door moeilijke tijden kan loodsen. Je kan het niet helemaal controleren. Als je de teugels te hard aanspant, wil het paard niet rijden. Je moet de teugels een beetje loslaten om de kracht van het paard te ontdekken. De vergelijking loopt mank omdat het niet jouw paard is, maar het paard van een ganse gemeenschap.

In het Engels spreken we niet over belief maar over faith (Frans: foi). Faith is afkomstig van het Latijnse fides en betekent zoveel als vertrouwen. Geloof is geen zekerheid maar vertrouwen.

We benadrukten hier de groot(s)heid van het geloof. De schoonheid van het geloof is minstens even belangrijk. Ik verwijs ook naar het Grieks Geloof van Lucas.

Foto: Sint-Theresia basiliek van Lisieux 1997 ©Wim Lahaye

dinsdag 24 september 2024

In dit tranendal


Zullen onze nakomelingen van ons denken dat we gelukkig waren? Wat denken wij van onze voorvaderen? Dankzij het principe van Montesquieu hebben we de neiging te denken dat het allemaal wel meeviel. Maar het viel absoluut niet mee: het leven van onze voorvaderen was onnoemelijk hard. Er was kindersterfte, ziekte, honger, oorlog en onzekerheid. Er waren geen aspirientjes, in het beste geval kreeg je bloedzuigers op je vel. In de middeleeuwen was geluk een voorrecht voor het hiernamaals, als je tenminste godvruchtig geleefd had. Het geluk in het dagelijks leven was niet meer dan een zeldzame grote karper die je gevangen had, een leger dat niet bij jou was doorgetrokken. Misschien had je de pest overleefd of kon je meevieren met de jaarlijkse kermis rond het dorpsplein? Voor het overige was het leven een tranendal.

Het tranendal als metafoor komt mogelijk uit de psalmen van de Bijbel. Het kan verwijzen naar de valleien van het Tweestromenland Babylonië, waar de joden ‘zuchtend en wenend’ hun ballingschap uitzaten, gestraft als zij waren door hun zonden. Het tranendal is dan eigenlijk de menselijke conditie waarin de mens moet leven als gevolg van de erfzonde, de zonde van “de kinderen van Eva”, die wij allemaal zijn. Zoals veel godsdienstige tradities verhaalt het boek Genesis hoe de menselijke conditie in de wereld gekomen is. “Zwoegend zal je van de aarde eten. Distels en dorens zal hij voortbrengen.” De middeleeuwse mens zag zich gedwongen een ondermaans bestaan op zich te nemen omwille van zijn zondigheid, weliswaar met hoop op beterschap in het hiernamaals.

Het is in die context dat Herman de Lamme – ‘Hermannus Contractus’ in de 11de eeuw zijn Salve Regina publiceert, misschien wel het meest aangrijpende stuk Gregoriaans. Herman de Lamme was een zeer getalenteerde monnik uit Reichenau aan de Bodensee. Het Salve Regina ademt de menselijke conditie. De zangers verzuchten naar Maria, ‘onze hoop’, en zij doen dat als ‘ballingen, kinderen van Eva, in dit tranendal’ – in hac lacrimarum valle”.

Het is niet omdat er veel veranderd is sinds de middeleeuwen, dat onze menselijke conditie veranderd is. We huilen om andere dingen. Ook de hedendaagse mens voelt zich geregeld in een tranendal en kan zich getroost weten door dit prachtige lied.

Ik verwijs ook naar mijn blog ‘The Thin Grey Line between the Feasible and the Unfeasible’ en ‘Stella Maris’.

Foto: kerk van Saint-Valéry-sur-Somme 2023 ©Wim Lahaye

dinsdag 17 september 2024

De Droom van de Zwijger


De Benelux is gelegen in een lager gedeelte van Europa waar 3 grote Europese rivieren samenvloeien in de Noordzee: de Schelde, de Maas en de Rijn. Er wonen maar liefst 29 miljoen inwoners in talrijke relatief kleine steden die goed met elkaar verbonden zijn. Die steden hebben een woelige maar roemrijke geschiedenis en sommige hebben nog altijd een bloeiende economie. De Benelux was de grote voortrekker in de Europese gedachte en de Europese initiatieven. Dat is logisch gezien de grote schaalvoordelen die de Europese initiatieven aan onze relatief kleine landen leverden.

Door zo hoog in te zetten op die Europese gedachte ging de aandacht voor de Benelux zelf enigszins achteruit. Ten onrechte, want de globalisering gaat nu een beetje in de omgekeerde richting en de grootmachten Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk plooien nu meer en meer op zichzelf terug. Daardoor dreigen de kleine landen de samenwerkingsvoordelen mis te lopen. In domeinen als ruimtevaart en defensie is die Europese samenwerking allernoodzakelijkst. Maar de Benelux kan ook zelf de rol van grootmacht opnemen.

Vandaag dinsdag 17 september 2024 werd te Noordwijk Nederland een samenwerkings-akkoord gesloten tussen de ruimtevaart industrie associaties in de Benelux. Uw dienaar mocht daar medewerker en getuige van zijn.

Ik verwijs ook naar mijn blogs: Het Beloofde Land van Willibrord, Naderbij Nederland en De verloren droom van Pieter Gillis.

Foto: genomen te Noordwijk-aan-Zee Wim Lahaye ©17/9/2024

dinsdag 10 september 2024

Onze maritieme roeping


Brussel en Antwerpen liggen maar 50 km uit elkaar. Maar het lijkt soms een lichtjaar te zijn. Het havenbedrijf is belangrijk voor verleden, heden en toekomst. Onze politici, onze pers en onze medeburgers schijnen dat niet altijd goed te beseffen. Ongeveer 25% van onze rijkdom is direct of indirect gerelateerd aan de aanwezigheid van zeehavens in Vlaanderen.

Hoe komt dat? Het lijkt evident maar havens zijn belangrijke knooppunten van logistiek. Havens moeten geconnecteerd zijn met het binnenland en met elkaar via een zogenaamd multimodaal netwerk, waarbij je telkens de snelste en duurzaamste weg kiest voor iedere verplaatsing. Ons dicht bevolkt land, met kleine onderling verbonden steden, biedt heel wat mogelijkheden, maar ook heel wat uitdagingen inzake logistiek. Mobiliteit is misschien wel dé grote flessenhals van onze economie. Er is nog gigantisch veel werk te verrichten, maar Flanders Space en VIL bekijken de mogelijkheden van het hyperloop project. Brussel en Antwerpen blijven dan wel 50 km uit elkaar liggen maar het traject kan blijkbaar ook in zes minuten!

Ons roemrijk maritiem verleden heeft er nu wel een aantal interessante plekken bij, zoals het museum MAS en het Red Star Line museum. Misschien verdienen de oude scheepswerven in Hoboken een beetje herwaardering. Ons maritiem verleden verdient inderdaad bescherming. Maar krijgen ons maritiem heden en onze maritieme toekomst wel altijd de aandacht die ze verdienen? Als ze in het nieuws komen heeft dat altijd te maken met rampen en geschrapte milieuvergunningen. Hyperloop en andere toekomstprojecten kunnen het nieuws positiever kleuren. En er leven nog heel wat andere ideeën.

Ik verwijs ook naar mijn blogs Aan de rand van de wereld en Zie ons doen. De natuurlijke rijkdom van Vlaanderen kwam ook aan bod in mijn Vlaamse canon over geschiedenis.

Foto: Rijnkaai Antwerpen 2023 ©Wim Lahaye

dinsdag 3 september 2024

Sorg, daß der Balken waagerecht ...


De terugkeer naar het werk kan zwaar uitvallen. We verlaten luilekkerland en keren terug naar onze werkbiotoop voor een aankomende periode van werk, koude en duisternis, beter bekend als de winter. Het is niet de hoeveelheid werk, noch de moeilijkheidsgraad van het werk die ons afstoot. Het is de angst voor kritiek op ons werk, de kritiek die we moeten doorstaan als we met ons werk naar buiten komen. Bloed en zweet vormen geen enkel bezwaar. Het zijn de tranen die ons het meest bezwaren bij de terugkeer naar het werk. De critici komen terug uit vakantie. Koude kritiek is op komst.

Het probleem met kritiek is dat we er meestal geen verweer tegen hebben. Als kind was dat ook zo, en sommige littekens zijn blijvend. Maar als de kritiek van een beminnende volwassene kwam, volstond het meestal ons gedrag aan te passen en beter in de pas te lopen, en met een beetje geluk konden we daarvoor ook nog beloond worden. De kritiek die we krijgen als volwassene is een ander paar mouwen. Als de kritiek zakelijk, opbouwend en liefst vriendelijk geformuleerd is, kunnen we er rekening mee houden, en soms slagen we er toch nog in ons moeizaam opgebouwd werk bij te sturen, maar meestal volstaat ook dat niet. Maar als de kritiek persoonlijk en/ of afbrekend is, kunnen we er nauwelijks iets mee. We vrezen nu ook de schandpaal van de sociale media. Ongepaste reacties maken de kritiek dan alleen nog schadelijker.

Het kan dan helpen anders over die kritiek te denken. We zijn vooral verdrietig omdat we denken dat die kritiek onze moeizaam opgebouwde reputatie besmeurt. Dat is niet zo erg, omwille van twee redenen: ten eerste is onze reputatie volstrekt onbelangrijk in dit tranendal, ook al vinden wij die wel belangrijk. Maar de kritiek besmeurt onze reputatie ook niet, omdat ze vooral de kritiekgever besmeurt. Als die criticus afbrekende kritiek formuleert, zoekt die gewoonlijk ijdele erkenning in de groep. Als we die kritiek krijgen, is dat dus een teken dat we iets belangrijks gedaan hebben in de groep. We steken daarmee boven het maaiveld uit en dat lokt mensen die het maaiveld kort willen houden om zelf zichtbaar te blijven. Kritiek is dus een indicatie dat we letterlijk uitstekend werk leveren. De criticus is dus degene die bezorgd moet zijn over diens reputatie. Niets kan een mens bezoedelen van wat buiten hem komt.

Foto: "Die Zeit, ob gut ob schlecht, sorg, daß der Balken waagerecht." Vakwerkhuis in Celle, Nedersaksen, Duitsland 2024 ©Wim Lahaye

dinsdag 27 augustus 2024

Het vuur van moeders


In deze Brave New World lijkt er wel iets eigenaardigs aan de hand. Het kind staat daar als een atleet met een rugnummer klaar om een bepaalde prestatie neer te poten. In die pedagogie waren vaders al langer van het toneel verdwenen. Vaders waren niet echt, niet echt bekommerd, niet betrokken en niet authentiek. De teneur van de tijd wordt beschreven in het liedje 'Op een mooie pinksterdag'.

Maar de moeders stonden er nog wel, tot voor kort tenminste. Zullen ook zij zachtjes van het toneel verdwijnen? Moeders moeten zich kunnen ontplooien en kinderen kunnen daarvoor als een hinderpaal gezien worden. We hebben nu een tekort aan tijd en energie in gezinnen en een tekort aan crèches. Kinderen moeten hun eigen weg maken, eigen beslissingen nemen, eigen passies navolgen en ze mogen nergens toe gedwongen worden. In werkelijkheid krijgen onze kinderen reusachtig veel inhoud via de media te verwerken. Hun contacttijd met ouders is zeer kort. Is het een wonder dat we bezorgd zijn? Tegelijk stellen ouders zich zeer veeleisend op tegenover opvoeders en leerkrachten.

Van grote figuren wordt soms wel eens de moeder in beeld gebracht. Wat daarbij opvalt, is dat alle grote figuren opgevoed werden met veel vuur van hun moeders. Bijna alle groten der aarde hadden een moeder die hen aanspoorde, begeleidde en op het rechte pad hield. Nu kan het vuur van een moeder natuurlijk van een andere moeder komen dan de directe biologische moeder. Een vinnige grootmoeder kan wonderen verrichten als het kind dat geluk mag kennen. Maar er moet ergens een band van liefde zijn, een band die langer duurt dan het verblijf in een kinderdagverblijf.

Men begint geleidelijk aan in te zien dat probleemjongeren vooral persoonlijke verbondenheid nodig hebben. Iemand moet persoonlijk betrokken zijn bij de jongere of bij het kind. Iemand moet van het kind houden zoals het is, niet zoals het presteert. En dan komt het vuur van de liefde vanzelf. Hebben onze moeders (vaders) wel voldoende tijd? Kunnen we jongeren een alternatief aanbieden voor de huidige hersenspoeling door onze media, liefst iets anders dan wat ik ooit de raktivering van de kids genoemd heb?

Overigens ben ik van mening dat de zondagsrust geëerbiedigd moet worden.

Ik verwijs ook naar mijn blogs Leren willen en willen leren en Uit vuur geboren.

Afbeelding: 'Geloof, hoop en liefde' gewelfschildering van pater Leo Coppens OSA, in de kerk van OLV van Troost, Heverlee

dinsdag 20 augustus 2024

Over grenzen

In dit boeiende essay geeft Mark Elchardus duiding bij de politieke spanningen van deze tijd. Onze maatschappij kent een regressie naar een behoefte aan grenzen na de hyperglobalisering die we vanaf de jaren ‘80 gekend hebben.

In onze ontspoorde, hyper-individualistische maatschappij is ieder zelf de maatstaf van de dingen. Het is meteen duidelijk dat dat nooit kan werken in een groter geheel. Van daaruit ontstaat bij vele mensen een nieuwe behoefte aan identiteit en aan gemeenschapsgevoel. Er mogen en moeten nu eenmaal maatstaven en normen zijn die door iedereen gedragen worden.

Onze tijd heeft een selectief geheugen met betrekking tot het fascisme. Men keurt het wel af maar men beseft te weinig in welke context van chaos, losbandigheid, machteloosheid en ontreddering de roep naar het fascisme haar voedingsbodem gevonden heeft. De auteur wijst op de zingevende kracht en de fascinatie die het fascisme uitoefende op de grote massa van de mensen. De oorlogszuchtige uitingen van het fascisme en het nazisme waren eigenlijk gevolgen van de mislukte pogingen om voedsel autarkie te bereiken voor het eigen land. Dit gebrek aan historisch inzicht verhindert een helder debat over hedendaagse vormen van volksnationalisme, die daarom niet meteen van oorlogszucht moeten verdacht worden.

De auteur wijst ook op dubbelzinnigheid in het gebruik van het woord ‘diversiteit’. Verdraagzaamheid voor andere huidskleuren of seksuele geaardheden moet men eerder klasseren als ‘triviale’ of evidente diversiteit terwijl de ware uitdaging van de diversiteit precies ligt in het accepteren van een diversiteit van opinies. Als zodanig moeten we vaststellen dat de verdraagzaamheid tegenover bepaalde opinies (bv. tegen versoepeling abortus) volledig verdwenen is.

Dit boek deed me inzien dat het ganse gepolariseerde debat gedoemd is te mislukken als beide partijen niet bereid zijn hun woorden genuanceerd te gebruiken. Woorden als islam, nationalisme, migratie, diversiteit en identiteit kunnen allemaal in verschillende betekenissen gebruikt worden, de ene positief de andere pejoratief. Zo is er een gematigde islam en een fanatieke islam. Er is inclusief en exclusief nationalisme. Er is legale en illegale migratie. Er is respectvolle diversiteit, met echte inclusie, en zogenaamde ‘melting pot’ diversiteit, waar verschillen niet respecteerd maar verdoezeld worden. Er is respectvolle identiteit en identité meurtrière. Het is de weigering van partijen om onderscheid te maken die elke dialoog ondergraaft.

Ik verwijs ook naar mijn blog You are the enemy of what you ignore