dinsdag 6 september 2022

Wij denken wat u zegt

Dit boek van Chris Taes draagt als ondertitel ‘de taal van het populisme’. Populisme wordt gedefinieerd als een stroming die de wil van het volk boven alle principes plaatst, zelfs boven ethische principes. Populisme geeft vaak uiting aan terecht of onterecht ongenoegen over de gang van zaken in de politiek (bijvoorbeeld over migratie, economie of ecologie). Het richt zich tegen het establishment, vaak met simplistische, sterke woorden.

In het eerste gedeelte van het boek ligt de nadruk sterk op taal en communicatie. De auteur wil ons wapenen tegen de verleiding die uitgaat van die stoere woorden, want vaak zijn ze niets minder dan manipulatief. Dat is wellicht het unieke van dit boek: het geeft inzicht in politieke communicatie en laat toe technieken te herkennen die in sociale media bewust of onbewust gebruikt worden: veralgemeningen, cirkelredeneringen, schijnconclusies (non sequitur), suggestie van causale verbanden en aanvallen op karakter in plaats van inhoud. Die slordigheden komen natuurlijk voor aan beide zijden van de bestaande loopgravenoorlog.

Vervolgens gaat de auteur dieper in op de bronnen van ongenoegen en ongeduld die het populisme voeden. Verrassend is dat hij zijn eerste pijlen richt op onze economie. Die moet dringend kleiner, trager en menselijker worden. Het gigantisme legt alle lasten op de schouders van de werkenden ten voordele van de aandeelhouders. Dat voedt het ongenoegen bij de bevolking, bij de hardwerkende middenstand in het bijzonder. Zoals de zwijger pleit de auteur voor belastingvoordelen aan essentiële maatschappelijke functies (verplegenden, technici en sinds enkele jaren ook leraars).

De tweede reeks pijlen gaat naar ons onderwijs. Dat wordt geteisterd door regelneverij, en dreigt achterop te geraken in kwaliteit. Literatuur en correct taalgebruik, inclusief spelling, worden niet meer zo belangrijk geacht en dat zal zich laten gevoelen. Chris Taes vertelt hier ook als ervaringsdeskundige over inspraak en betrokkenheid van leerlingen in het beleid van de school.

De derde reeks pijlen gaat naar de politiek. Daar zijn te veel disruptieve krachten aan het werk. De archaïsche structuren maken eindeloze blokkeringen van dossiers mogelijk. Het politiek bedrijf is verlamd. Kan goede ‘interne partijdemocratie’ soelaas brengen? Zelf vind ik partijdemocratie een contradictie. Ik ga wel akkoord met de auteur dat vandaag alleen het lokale niveau het vertrouwen tussen burger en politiek kan herstellen. Ook dat er een herwaardering nodig is van de aristocratie van de deugd. Chris Taes gelooft sterk in kleinschalige burgerinitiatieven op lokaal vlak met perspectief op het globale. Europa moet de civil society ook meer gaan betrekken bij haar beleid.

Het was misschien niet de bedoeling van de auteur, maar dit boek versterkte me in mijn tegendraadse opvatting dat de waarheid zich bevindt in het niemandsland tussen populisten en niet-populisten en dat ze daarom zo onbereikbaar is zonder schotwonden op te lopen. De graad van geduld met het politiek bedrijf kan je sympathie voor een kamp beïnvloeden, maar je mag je nooit blind laten meeslepen door de massa. Alleszins zijn we na dit boek wel uitstekend gewapend tegen de sirenenzang van de simpliciteit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten