In het eerste
gedeelte van het boek ligt de nadruk sterk op taal en communicatie. De auteur
wil ons wapenen tegen de verleiding die uitgaat van die stoere woorden, want
vaak zijn ze niets minder dan manipulatief. Dat is wellicht het unieke van dit
boek: het geeft inzicht in politieke communicatie en laat toe technieken te
herkennen die in sociale media bewust of onbewust gebruikt worden:
veralgemeningen, cirkelredeneringen, schijnconclusies (non sequitur), suggestie
van causale verbanden en aanvallen op karakter in plaats van inhoud. Die
slordigheden komen natuurlijk voor aan beide zijden van de bestaande loopgravenoorlog.
Vervolgens gaat
de auteur dieper in op de bronnen van ongenoegen en ongeduld die het populisme
voeden. Verrassend is dat hij zijn eerste pijlen richt op onze economie.
Die moet dringend kleiner, trager en menselijker worden. Het gigantisme legt
alle lasten op de schouders van de werkenden ten voordele van de
aandeelhouders. Dat voedt het ongenoegen bij de bevolking, bij de hardwerkende middenstand in het bijzonder. Zoals de zwijger pleit de auteur voor belastingvoordelen aan
essentiële maatschappelijke functies (verplegenden, technici en sinds enkele
jaren ook leraars).
De tweede reeks
pijlen gaat naar ons onderwijs. Dat wordt geteisterd door regelneverij, en dreigt achterop te geraken in kwaliteit. Literatuur
en correct taalgebruik, inclusief spelling, worden niet meer zo belangrijk
geacht en dat zal zich laten gevoelen. Chris Taes vertelt hier ook als
ervaringsdeskundige over inspraak en betrokkenheid van leerlingen in het beleid
van de school.
De derde reeks
pijlen gaat naar de politiek. Daar zijn te veel disruptieve krachten aan het
werk. De archaïsche structuren maken eindeloze blokkeringen van dossiers
mogelijk. Het politiek bedrijf is verlamd. Kan goede ‘interne partijdemocratie’
soelaas brengen? Zelf vind ik partijdemocratie
een contradictie. Ik ga wel akkoord met de auteur dat vandaag alleen het lokale niveau het vertrouwen tussen burger en politiek kan
herstellen. Ook dat er een herwaardering nodig is van de aristocratie van de deugd. Chris Taes gelooft sterk in kleinschalige
burgerinitiatieven op lokaal vlak met perspectief op het globale. Europa moet
de civil society ook meer gaan betrekken bij haar beleid.
Het was misschien
niet de bedoeling van de auteur, maar dit boek versterkte me in mijn tegendraadse
opvatting dat de waarheid zich bevindt in het niemandsland
tussen populisten en niet-populisten en dat ze daarom zo onbereikbaar is zonder schotwonden op te lopen. De
graad van geduld
met het politiek bedrijf kan je sympathie voor een kamp beïnvloeden, maar je mag
je nooit blind laten meeslepen door de massa. Alleszins zijn we na dit boek wel
uitstekend gewapend tegen de
sirenenzang van de simpliciteit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten