dinsdag 25 september 2018

Vrijheid binnen de perken

Bij de start van het nieuwe academiejaar staan we even stil bij de benijdenswaardige vrijheid van professoren en studenten. Het is een ideale gelegenheid om ook onze vrijheid eens onder de loep te nemen. Naast de ‘objectieve’ politieke vrijheid (bv. vrijheid van meningsuiting) bestaat er ook een ‘subjectieve’ vrijheid in ons hoofd, en in combinatie met kennis en wijsheid kan die vrijheid zeer vruchtbaar zijn. Maar anno 2018 is er net iets mis met die vrijheid en dat vrijheidsgevoel. Er zijn namelijk twee maatschappelijke tendensen die ze bedreigen.

De eerste tendens is de regelneverij. De wetten van goed management vereisen dat we over zowat alles controle uitoefenen. In een wereld waar alles technisch mogelijk is, moeten alle uitwassen en alle risico’s bestreden worden om onze twijfelachtige reputatie overeind te houden. In deze tijd waarin één enkele tweet het werk van jaren kan kelderen, zijn reputatie en imago de nieuwe afgoden. Ze kunnen ons tot de meest gekke bokken-sprongen verleiden. Het resultaat is dat we allerlei nieuwe regeltjes uitvinden van zodra er ergens iets zou kunnen mislopen. We veronderstellen onterecht dat niemand eigen verantwoordelijkheidszin heeft.

De tweede tendens is de permissiviteit. De permissiviteit houdt in dat we niet als boeman geklasseerd willen worden (reputatie!) en daarom worden de hoger gemaakte regels niet echt afgedwongen. Eerder schreef ik al dat we van de studenten wel veel verwachten inzake performantie maar dat we geen enkele eis meer durven stellen inzake attitude. We accepteren alle baldadig gedrag met de drogreden dat we de flamboyance van de daders niet willen beknotten met een traumatiserende straf. Zegt dat iets over de daders of over hun leermeesters? De permissiviteit maakt dat het een gouden tijdperk is voor diegenen die de regels aan hun laars lappen. Diegenen die de regels wél toepassen vanuit een eigen verantwoordelijkheidszin, blijven gefrustreerd achter. Waarom is die permissiviteit nu de vijand van echte vrijheid? Omdat ze de vrijheid slecht verdeelt tussen diegenen die de regels aan hun laars lappen en degenen die alles weer in orde moeten brengen

Hoger beschreven tendensen spelen zich niet alleen af in het hoger onderwijs, maar in de ganse maatschappij. Maar in het hoger onderwijs zijn ze bij uitstek nefast omdat we die hoger beschreven frustratie daar als kiespijn kunnen missen. In een sfeer van frustratie is de verwerving van geavanceerde kennis problematisch. Een goede educatie creëert daarom wel vrijheid, maar houdt die vrijheid binnen de perken. Want permissiviteit is vrijheid buiten de perken en die beknot de vrijheid van anderen.

Ik verwijs naar mijn blogs: “Onderwijs, cultuur en deugdzaamheid” en “Druk op kinderen”.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten