dinsdag 12 november 2019

Vrijheid van Meningsuiting

In mijn blog “Zelfcensuur en Partijtucht” zagen we al dat de vrijheid van meningsuiting erg relatief is. Ook in Noord-Korea bestaat er vrijheid van meningsuiting. Je mag zeggen dat Kim Jong Un een nitwit is, alleen heeft dat gewoon uiterst nadelige consequenties voor jou en je familie. Alle gekheid op een stokje, dit is natuurlijk geen vrijheid. Op politiek vlak is het hier in Europa toch beter gesteld, tenminste sinds 1945, of sinds 1989, als je in Oost-Europa woont.

Dat was vrijheid van meningsuiting in de politiek. Maar hebben we ook vrijheid van meningsuiting in andere domeinen? Mensen die in grote ondernemingen werken, weten dat er andere heilige huisjes zijn: de reputatie van het bedrijf en de koers van het aandeel bijvoorbeeld. Ook hier mag je niet vloeken in de kerk. Geen mensenoffers zijn voor ondernemingen te groot om de koers van een aandeel op peil te houden. Voor ondernemingen is vrijheid van meningsuiting totaal ondergeschikt aan de wil van de Mammon. In welke mate kunnen politici nog wegen op de besluitvorming van multinationals, nu die multinationals de rivaliteit tussen natiestaten kunnen uitspelen? Durven zij nog zeggen dat die multinationals hun belastingen moeten betalen? De globalisering heeft de vakbonden en de natiestaten machteloos gemaakt tegenover het groot kapitaal.

Van zodra je een machtsverhouding hebt, heb je een beperking van de vrijheid van meningsuiting. De omvang van die beperking wordt bepaald door de machtigste. Macht over een persoon is de mogelijkheid om invloed te hebben op het succes van die persoon. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.

Ik verwijs ook naar “Verstandig beheer van heiligdommen en taboes” en naar mijn Engelstalige blog: “Freedom of Speech”.

Foto: standbeeld Spinoza, Den Haag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten