dinsdag 19 november 2024

Tantus labor non sit cassus


“Laat zoveel lijden niet tevergeefs zijn.” Het Dies Irae (dag van woede) is een jaarlijks terugkerende sequentie (vorm van gedicht – lied) waarin het einde van mens en wereld ter sprake komt. De mens die angstig zijn laatste oordeel afwacht, smeekt dat hij gered mag worden. De titelzin is een soort waarschuwing dat iets niet mag gebeuren: als niet minstens een aantal mensen gered mogen worden (waaronder ik), dat zal het lijden van Christus (en mijn eigen beperkt lijden) tevergeefs geweest zijn. Laat dus dat eerste niet gebeuren (en red mij) opdat het tweede niet zou gebeuren. Je zou in de zin zelfs een zekere morele chantage aan God kunnen herkennen: als Hij mij en mijn gelijken niet redt, dan zal Hij het lijden van zijn eigen Zoon zinloos gemaakt hebben.

We kunnen het ook toepassen op de redding van onze wereld: “Laat zoveel inspanning en zoveel lijden -om de wereld op te bouwen- niet tevergeefs geweest zijn”. De Kerk wijst er met de regelmaat van de klok op dat de mens aangesteld is over het beheer van de natuur en dat hij daarover rekenschap moet afleggen. Als de mens de wereld verloren laat gaan door verder te gaan met zijn kaalslag, dan zullen alle offers gebracht door Christus en zijn volgelingen en alle inspanningen om de wereld op te bouwen, inclusief alle offers gebracht door klimaatactivisten, tevergeefs geweest zijn.

Het kan goed zijn hier jaarlijks aan herinnerd te worden. Beschouw ik hier de klimaatactivisten als de hedendaagse volgelingen van Christus? Enigszins wel. Ik begrijp niet waarom mensen niet even nadenken en overleggen voor zij met de wagen geheel nutteloze verplaatsingen doen en dat is maar één voorbeeld. De klimaatontkenners hebben natuurlijk ook wel hun punt, maar algemeen pleit ik wel voor zorgzaamheid en goed rentmeesterschap met onze aarde en het is een goede tijd van het jaar om dat opnieuw ter sprake te brengen.

Ik verwijs ook naar mijn blog: “Dies Irae”.

Afbeelding van Peace,love,happiness via Pixabay

dinsdag 12 november 2024

History Class Revisited

Bij de viering van 75 jaar Sint-Albertuscollege gaven geschiedenisleraars Guy Putseys en Marc Swevers een opgemerkte en gesmaakte geschiedenisles aan de aanwezige oud-leerlingen. Leerlingen maken nu al vroeg kennis met bronnenonderzoek. De beide leraren toonden aan hoe degelijk bronnenonderzoek leerlingen op weg kon zetten om kritisch en zelfkritisch te gaan denken. Met degelijk bronnenonderzoek kan je heel wat algemeen aanvaarde paradigma's op losse schroeven zetten.

Het voorbeeld dat ze gaven waren de atoombommen van 1945. Hebben die een einde gemaakt aan de Tweede Wereldoorlog? Algemeen nemen we aan van wel maar blijkbaar kan je tot een meer genuanceerd inzicht komen als je andere bronnen raadpleegt. In die laatste dagen van de zomer van 1945 kon Rusland zijn troepen snel wegtrekken van het Berlijnse front en veroverde het in ijltempo Mantsjoerije op de Japanners. Japan stond dus met het mes op de keel toen het Russische leger al spoedig voor de deur stond. 

Geschiedenis wordt altijd geschreven door de overwinnaars. “Vae victis!” (Wee de overwonnenen!). Ik herinner me dat we het in de lessen van 40 jaar geleden ook al hadden over het begrip oorlogspropaganda. Er werd ons in de middelbare school al op het hart gedrukt dat ook onze berichtgeving nooit neutraal was en ik ben dat nooit vergeten. En inderdaad, hoe erg de propaganda ook is aan de Russische zijde, over de Oekraïnecrisis krijgen we nu zelf een ongezien eenzijdige berichtgeving.

Ik verwijs ook naar mijn blog Geschiedenis maakt geschiedenis.

Foto: B29 ‘Enola Gay’ die de bom op Hiroshima wierp, nu in Udvar-Hazy Center Chantilly, VA, USA 2018 ©Wim Lahaye

dinsdag 5 november 2024

Tevreden met de voorlopigheid van de dingen


November is de maand die ons confronteert met de eindigheid van de dingen. Alles wat wij kennen, is eindig. Dat geldt dus ook voor de dingen waar wij ‘oneindig’ veel liefde voor voelen, zoals daar zijn: onze planeet, ons huis en onze thuis, onze gezondheid en onze geliefden. Wij delen met hen een stukje ruimtetijd dat eindig is.

Die eindigheid manifesteert zich dan vooral als voorlopigheid. Dat betekent: vroeg of laat zullen wij de dingen waar wij zoveel van houden moeten afgeven en we weten niet wanneer dat moment komt. We moeten dus tevreden zijn met de voorlopigheid van alle mensen en alle dingen die ons hier en nu gegeven zijn. Il nous faut le courage d’affronter l’incertain au lieu de le fuir”. Dat is hard, maar het is nodig om de tijd te nemen om daar even bij stil te staan.

De troost die we krijgen komt uit de psalmen. Iustorum animae in manu Dei sunt.De zielen van de rechtvaardigen zijn in de hand van God.”

Ik verwijs ook naar mijn blog Geloven in het Hiernumaals.

Foto: St.-Elisabeth-Friedhof II, Berlijn met dank aan Marie Lahaye

vrijdag 1 november 2024

De zielen van de rechtvaardigen

In deze vroege novemberdagen op Allerheiligen en Allerzielen komen vele families samen om in alle ingetogenheid en vrede hun geliefden te herdenken. Zoals ieder jaar ging ik weer naar de kerk om de zaligsprekingen te aanhoren en te zingen. Een vredevolle activiteit voor een brave burger zou je kunnen denken. Maar stilstaand bij het lied “Iustorum animae in manu Dei sunt” (De zielen van de rechtvaardigen zijn in de hand van God), kwam ik tot een heel andere bedenking: waarom staat hier eigenlijk ‘rechtvaardigen’?

De lezingen van Allerheiligen gaan eigenlijk niet zozeer over heiligheid, ze gaan over rechtvaardigheid. De Bergrede die altijd op 1 november gelezen wordt, is eigenlijk een revolutionaire toespraak. “Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten.” Het is een uitspraak die suggereert dat de zachtmoedigen het land (nu) (nog) niet bezitten. Ons land is in werkelijkheid in het bezit van onzachtmoedigen die ons verdrukken. De zaligspreking klinkt voor ons misschien als een troost maar als je je inleeft in een arme jood (Palestijn) die geen land heeft, klinkt deze uitspraak heel anders. En het gaat nog verder: “Zalig die vervolging lijden omwille van de gerechtigheid want aan hen behoort het rijk der hemelen.” De weg naar de heiligheid is dus te vinden langs de weg van het streven naar gerechtigheid. Het gaat eigenlijk over de vraag of je aan de kant van de verdrukten staat of niet.

En de Apocalyps van de evangelist Johannes gebruikt zelfs een soort codetaal om de rechtvaardigen en de onrechtvaardigen van elkaar te scheiden. “Wie zijn die 144000 mensen? Dat zijn degenen die komen uit de grote verdrukking. Dat zijn diegenen die hun gewaden wit gewassen hebben in het bloed van het lam.” Het is een beeldspraak waarmee revolutionairen over zichzelf spreken, een omfloerste manier om te spreken over al diegenen die gestorven zijn voor ‘a just cause’. Het feest van Allerheiligen is voor een stuk ook het feest van de duizenden mensen die hun leven op het spel gezet hebben voor de gerechtigheid.

Ik verwijs ook naar mijn blog: “Het nut van zaligen”.

Foto: 8 Zaligheden op de Berliner Dom koepel met dank aan Marie Lahaye

dinsdag 22 oktober 2024

Voetjes op de grond

Elisa getuige van de hemelvaart van Elia

Het onderwijs moet voorbereiden op de ‘echte’ wereld. Maar wat is de echte wereld? Als we eerlijk zijn, de echte wereld is een tranendal. De beste opvoeding is een zachte landing in de ellende van het bestaan.

Maar moeten we onze kinderen dan opvoeden in idealisme of in realisme? Idealisme is nodig om de wil te ontwikkelen om de wereld te veranderen. We willen geen nakomelingen die tevreden zijn met deze wereld. Maar ook realisme is nodig. Wie alleen maar goede intenties heeft, ziet de klippen niet waarop die schipbreuk kan lijden. Een dosis realisme en pragmatisme is nodig om werkelijk vooruitgang te boeken.

In een middelbare school zoals het Sint-Albertuscollege Haasrode waar ik les volgde, was het idealisme sterk aanwezig in het lerarenkorps. Toch waren er ook enkele leraren die op een heel eigen wijze het realisme predikten en ons aanmaanden “de voetjes op de grond” te houden. Misschien vergde ook dat een zeker idealisme.

Wellicht is het voor een mens ook goed en gezond om ambitieus te zijn en toch niet te veel te willen. Zelfkennis is de sleutel. Het is niet gemakkelijk om dat aan opgroeiende leerlingen bij te brengen.

In elk geval, die jaren in SALCO waren de mooiste van mijn leven. Het grootste geschenk van het college waren mijn vrienden.

Foto: De hemelvaart van Elia, ingang Sint-Albertuscollege Heverlee – Haasrode 2024 ©Wim Lahaye

dinsdag 15 oktober 2024

Het vuur uit de brand redden

In Land van Ergens verwijst professor emeritus Mark Eyskens naar een beroemd citaat dat wordt toegeschreven aan Jean Cocteau. Het komt uit een interview. De vraagsteller vraagt: “U hebt zoveel kunstschatten, boeken en souvenirs in uw huis. Wat zou u eruit redden als er plots een brand zou uitbreken?”. Cocteau zou geantwoord hebben: “Het vuur natuurlijk. Ik zou het vuur uit de brand slepen”.

Inderdaad is het vuur van verlangen, van gedrevenheid en liefde het kostbaarste dat wij bezitten. Jammer dat we in deze onbarmhartige prestatiemaatschappij er alles aan doen om bij elkaar dat vuur te doven, zonder dat we het beseffen. We doen dat met torenhoge verwachtingen. Een beter blusmiddel bestaat er niet. Het vuur dooft uit bij gebrek aan zuurstof. Met het begrip ‘burn-out’ gebruikt men heel terecht en heel vindingrijk de metafoor van het vuur.

En toch, we weten niet hoe het komt, maar het vuur laait telkens weer op! Het is wellicht een heilig vuur. Het vuur doorgeven is dan is het beste dat we kunnen doen. Het was misschien de eerste archetypische activiteit die ons tot mens maakte. Laten we tijd maken om het vuur tijdig door te geven aan onze opvolgers, kinderen en collega’s!

"Tradition ist nicht die Anbetung der Asche, sondern die Weitergabe des Feuers". Laten we ook aan moeders de kans om hun vuur door te geven.

Foto: Grot van Niki de Saint Phalle, Herrenhäuser Gärten, Hannover 2024 ©Wim Lahaye

dinsdag 8 oktober 2024

La confiance en soi

Dit boek van filosoof Charles Pépin handelt over een aspect van het leven dat belangrijker is dan ooit: het zelfvertrouwen. Natuurlijk was zelfvertrouwen vroeger ook van belang maar teveel zelfvertrouwen kon je ook je kop kosten. Dat lijkt niet langer het geval. Het is soms zonde van de zendtijd die de talrijke hedendaagse narren krijgen.

Charles Pépin publiceerde eerder ‘Les vertus de l’échec’ , een boek waarvan de inhoud nogal goed overeenkomt met het potentieel van een mislukking.

De filosoof Pépin stelt nogal interessante vragen: waar komt zelfvertrouwen vandaan, of anders gezegd: hoe bouwen ogenschijnlijk zelfverzekerde mensen hun zelfvertrouwen op? Hij argumenteert dat zelfvertrouwen niet zomaar uit zichzelf ontstaat. Er is vaak een vertrouwen van een bemoedigend persoon mee gemoeid. Daarnaast speelt bewondering soms een rol. Kunnen wij nog echt iemand bewonderen, niet om die persoon blind te imiteren maar om geïnspireerd te raken? Met zelfvertrouwen is meestal ook actie gemoeid, refererend naar de tienduizend uur oefening van Malcom Gladwell die we eerder bespraken in verband met geduld. En er is tenslotte ook een mystiek loslaten vereist. Je kan zelfvertrouwen niet afdwingen.

De meest bruikbare raad die de auteur geeft is deze: voor een goed zelfvertrouwen, vergelijk jezelf niet met anderen, maar vergelijk jezelf met jezelf: met waar je stond voor je je laatste stukje weg aflegde. Het is de persoonlijke vooruitgang die zelfvertrouwen schept.

De auteur is overtuigd dat de filosofie jongeren kan helpen door hen aan de hand van vragen te confronteren met de menselijke conditie waarin onzekerheid nu eenmaal essentieel is. "Avoir confiance en soi, ce n’est pas être sûr de soi. C’est trouver le courage d’affronter l’incertain au lieu de le fuir."

Ik verwijs ook naar mijn blog Troost voor perfectionisten.