dinsdag 2 december 2025

De stille nalatenschap van Jan van Ruusbroec

In Brussel is het zelden rustig. In de 14e eeuw was dat ook al zo. Zoals in de meeste Vlaamse steden, was er oproer en pest geweest. De godsdienstoorlogen waren nog niet begonnen, maar er hing al iets in de lucht. De Kerk was decadent geworden. En nieuwe bewegingen in de Kerk zochten voorzichtig hun weg in de hoop niet van ketterij beschuldigd te worden. In die context trok Jan van Ruusbroec vanuit het drukke Brussel naar een plek die toen nog rustig was: Groenendaal, niet ver van Hoeilaart. Het is nu de rand van het Zoniënwoud. Het landschap is er prachtig, ook nu nog, maar de weg erheen heeft intussen een kwalijke reputatie verworven in onze verkeersrubriek.

Ik leerde Jan van Ruusbroec kennen in dit boek van Paul Verdeyen. Jan van Ruusbroec stelde haarfijn vast dat er iets mis was met de levensstijl van zijn tijdgenoten. Hij besliste te verzaken aan de drukte. En hij koos voor contemplatie en bezinning. Hij wierp een dam op tegen de hyperactiviteit van zijn tijd. Het is een keuze die menig Brusselaar en menig Brabander inspiratie kan brengen voor een beter leven. De stille nalatenschap van Jan van Ruusbroec mag nog wat meer gekoesterd worden.

Beatus vir, qui sperat in eo. Andere mystici, waaronder meester Eckhart en Johannes van het Kruis, kwamen ook al aan bod in de Zwijger.

Foto2: Jan van Ruusbroecpark in Hoeilaart 2025 ©Wim Lahaye

dinsdag 25 november 2025

Antarctica

Dit mooie boek van Johan Lambrechts beschrijft de geschiedenis van de Belgische aanwezigheid op Antarctica tot op heden, in woord en beeld. Het is een thema dat me sterk aanspreekt omdat ik als petit Belge een tijdlang bij satelliet operator SES betrokken was bij het beheer van de satellietverbinding met het Prinses Elisabeth Station.

De geschiedenis van de Belgen op de pool is merkwaardig. Het meest merkwaardige exploot in dit verband is natuurlijk de ontdekkingsreis onder leiding van Adrien de Gerlache, omwille van de eerste overwintering van mensen op dit barre continent. De bemanning is daar, dankzij meesterlijk leiderschap, door het oog van de naald gekropen.

Maar ook meer recente gebeurtenissen, zoals die onder leiding van zoon Gaston de Gerlache zijn spectaculair te noemen. Zo was er een merkwaardige reddingsoperatie van Belgische expeditieleden dankzij een Russische exploratieploeg. In nood kunnen mensen blijkbaar altijd samenwerken. Misschien denken onze bewindslui dat we niet in nood zijn.

Buiten een tijdelijke samenwerking met Nederland (1963 – 1967) is er van Europese samenwerking op Antarctica nog geen sprake. Het zesde continent is nog altijd een voorwerp van wedijver tussen de naties. Dat is jammer want de problematiek van het budget is de rode draad doorheen dit verhaal van Antarctica projecten.

Wellicht is dit verhaal nog niet helemaal ten einde. Het zou mooi zijn als er binnen enkele jaren een vervolgverhaal kon geschreven worden.

Ik verwijs ook naar mijn blogs de pedagogie van projecten en sustainability engineering

dinsdag 11 november 2025

Ode aan de vrijgevigheid

Onder alle deugden blijft de vrijgevigheid of generositeit ondergewaardeerd. Vrijgevigheid is niet ‘cool’. Gewoonlijk reageert de ontvanger van vrijgevigheid wel met lof. Maar derde partijen reageren gewoonlijk met scepticisme, want vrijgevigheid kan consequenties hebben. Wees vrijgevig, maar verwacht geen lof.

Er zijn veel weerstanden tegen vrijgevigheid. Ten eerste is er de gehechtheid aan het eigen bezit; dat is niet zo verwonderlijk. Ten tweede bestaat er ook zoiets als aporofobie*, dat is afkeer voor armoede. Daarmee samenhangend bestaat er ook een statusangst. Het is een angst die toeslaat bij de gedachte dat wij door vermindering van onze rijkdom naar een lagere sociaaleconomische status zouden kunnen terugvallen. Ten derde, die hoger beschreven angsten aporofobie en statusangst hangen samen met het matteüseffect. Het matteüseffect creëert een neerwaartse armoede spiraal waaruit wij mogelijk niet meer wegkomen. Dat kan gebeuren als wij te vrijgevig zouden blijken te zijn, hetgeen natuurlijk uiterst zelden het geval is met de aalmoezen die wij geven.

En ten vierde leven wij in een cultuur van ‘rechts’, waarin de gedachte overheerst, niet geheel onterecht, dat vrijgevigheid zwakkeren aantrekt. Die zwakkeren zouden via een vrijgevige staat een al te grote aanspraak kunnen maken op onze rijkdom, maar het valt te betwijfelen of zij wel echt het eerst aan de beurt komen in de verdeling daarvan. Vandaag ligt sterk de nadruk op de bescherming van de verworvenheden van wie bepaalde verdiensten meent te hebben. Misschien liggen onze belastingen zo hoog dat we begrijpelijkerwijze geen zin meer hebben in echte vrijgevigheid.

Men beweert dat vrijgevigheid de ontvanger afhankelijk maakt. Dat is een flauw en vals excuus. Het is net het gebrek aan vrijgevigheid dat mensen afhankelijk maakt. Zonder vrijgevigheid kan niemand naar een hoger sociaaleconomisch niveau opstijgen. De vrijgevigheid is uiteindelijk een verlossende kracht tegen elke blokkering van sociaaleconomische vooruitgang. De tijd waarin wij leven, kent weinig groei en daarmee ook weinig sociale opstijgkansen. Het bedrijfsleven is zeer kapitaalintensief geworden en biedt ook niet meer zoveel kansen voor wie van nul moet beginnen. Vrijgevigheid bij investeringen kan ook zinvol zijn in het bedrijfsleven.

Vrijgevigheid maakt het leven mooi en draaglijk voor iedereen. Het mooiste beeld van de vrijgevigheid blijft dat van Sint-Maarten, de latere bisschop van Tours, die als jong Romeins soldaat met zijn zwaard zijn mantel in twee scheurde voor een bedelaar bij de poorten van Amiens. Het is in de kerken van de Lage Landen misschien wel het meest afgebeelde niet-Bijbelse tafereel.

Ik verwijs ook naar mijn blog Kan je te goed zijn?

(*) Academische Stichting Leuven, Karakter 90, “Van armoede-angst tot armenhaat”, Ides Nicaise

Foto: “Sint-Maarten deelt zijn mantel”, standaard in de Sint-Maartenskathedraal in Ieper 2015 ©Wim Lahaye 

dinsdag 4 november 2025

De Tao van een christen


Het oosterse taoïsme, de leer van de weg, vindt in het christendom haar eigen beeldspraak terug. Wellicht waren de joodse Schriftgeleerden ook niet helemaal onbekend met oosterse wereldbeschouwingen. “Perfice gressus meos in semitis tuis”. Voltooi mijn stappen op uw paden. Iedere mens heeft een heel unieke weg door het leven te gaan totdat die weg ergens ten einde loopt. De christenmens laat zijn schreden graag richten door wat hij ervaart als de wil van God. Maar hoe kan hij de wil van God te weten komen? 

In principe laat hij zich leiden door ‘de Geest’ die hem beloofd en gegeven is door Christus zelf. Misschien weet hij niet altijd duidelijk wat nu van de ‘goede’ Geest komt en wat niet. De Jezuïeten bedachten daarvoor de onderscheiding van de geesten. De christen blijft steeds vrij een 'geest', intentie of gedachte te gehoorzamen of af te wijzen. Er bestaan nog andere vormen van beeldspraak daarover. Psalm 23 suggereert de weg van een schaap dat in een kudde geleid wordt door een herder. Al voert mijn weg langs donkere kloven, ik vrees geen onheil waar Gij mij leidt. Uw stok en uw herdersstaf schenken mij moed en vertrouwen.”

Maar Christus zegt uiteindelijk dat Hij de weg zelf is. Waar we ook gaan. Het is met andere woorden de diepe verbondenheid met Hemzelf die de juiste weg voorwaarts te kennen geeft. "Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader, tenzij door Mij."

Ik verwijs ook naar mijn blog Every saint has a past, every sinner a future.

Foto: kerk in Marseille met dank aan Marie Lahaye

dinsdag 21 oktober 2025

Van de nood een deugd maken


Op politiek en economisch vlak zijn het beroerde tijden, dat was deze week te merken aan de teneur in de media. Het onbehaaglijk gevoel dat de onderstroom in deze beroerde tijden is, komt voort uit de observatie dat boosheid en leugen hoogtij vieren, terwijl goedheid en waarheid afgedaan worden als illusies van zwakkelingen. In de politiek heerst meer en meer de schaamteloosheid. Mensonvriendelijke figuren zwaaien de plak en vertellen ons dat we verkeerd bezig zijn. We leerden al dat we onverstoorbaar moeten doorzetten, maar er is nog een andere reden waarom we niettemin optimistisch mogen zijn.

Dat onze vijanden ons pad kruisen, is onvermijdelijk. Als academisch gevormden zijn we vaak niet helemaal geschikt voor de strijd, dus het kan wel gebeuren dat onze vijand ruwer is dan wij. Het kan dan een troost zijn te beseffen dat onze vijanden ons beter en sterker maken, weliswaar op de lange termijn. In het lijden en doorheen onze dapperheid ontwikkelen wij nederigheid, geduld en moed. Het lijden zuivert ons vanbinnen en we leren onze angsten overwinnen. Op de lange termijn leren we meer van onze vijanden dan van onze vrienden.

We moeten de serendipiteit cultiveren. Serendipiteit is de behendigheid om van de nood een deugd te maken, door een voordeel te herkennen in iets waarnaar je niet op zoek was. De beste definitie van serendipiteit is deze: het is een speld zoeken in een hooiberg, en eruit rollen met een boerenmeid. De woelige tijd waarin we leven, zal kansen creëren om een aantal dingen anders te gaan doen. De goedheid en de waarheid zullen ons in de juiste richting drijven.

Grijp het moment, ook al zijn de tijden beroerd. Ik verwijs ook naar mijn blog over optimisme en pessimisme.

Afbeelding: Gérard Douffet, Venus en Amor in de smidse van Vulcanus, Museum voor Schone Kunsten, Luik

dinsdag 14 oktober 2025

Het gaat allang niet meer over opinies


Onlangs maakten we ons zorgen over de polarisering in de pers en in de sociale media, omdat er bij de opinievorming zo weinig naar waarheid gezocht werd. De steriele loopgravenoorlog die we nu hebben tussen links en rechts wordt vooral aangedreven door profileringsdrang en de afkeer van ongemakkelijke waarheden. Maar ook het woord opinievorming blijkt niet helemaal van toepassing te zijn.

Het gaat immers allang niet meer over opinies, maar over tribale buikgevoelens. Mijn rechtse vrienden beweren de volgende “persoonlijke meningen” te hebben, maar bij verdere analyse gaat het eerder om voorgekookte standpunten die een soort eenheidsworst vormen binnen de loopgraaf van rechts, resp. links. 1) Onze veiligheid is belangrijker dan die van de immigranten. 2) De Palestijnen hebben hun lot verdiend. 3) Jagen op dieren is OK. 4) De klimaatverandering is een hoax. 5) Kernenergie is goed en windmolens zijn slecht. 6) Oldtimers zijn leuk. 7) Vegetariërs hebben geen smaak. 8) Vaccinatiecampagnes zijn betuttelend. 9) De vakbond is er voor het profitariaat. (In punt 6 kan ik me nog terugvinden.)

Mijn linkse vrienden beweren net het omgekeerde. U ziet dat vele van deze standpunten ogenschijnlijk weinig of niets met elkaar te maken hebben. En toch hebben links en rechts een eigen set van opinies in al deze domeinen. (Er is natuurlijk wel een onderliggend verband, namelijk wiens belangen je prioritair ter harte neemt: die van de sterkeren of die van de zwakkeren.) Wat we dus in de sociale media lezen, zijn vaak niet de individuele opinies van de personen die ze uitdragen, maar wel de tribale buikgevoelens die zij hebben als zij zich tot het linkse of het rechtse collectief bekennen.

Wat heeft het dan eigenlijk nog voor zin om voor vrijheid van meningsuiting op te komen? Wat er in werkelijkheid gebeurt, is dat links en rechts elkaar de neergang van het Avondland verwijten. En dat terwijl die neergang alleen om te keren is door gezamenlijk te werken aan een heropbouw van onze welvaart. Wederzijdse verwijten vanuit gebetonneerde standpunten hinderen ons in de nuance en in de samenwerking. In steeds meer landen kunnen de regeringen niet meer standhouden. Ik verwijs ook naar mijn blog The Re-emergence of the West

Foto: Dubai 2025 ©Patricia Deneffe

dinsdag 7 oktober 2025

De blokhut met het hoefijzer


Er bestaat een anekdote over Niels Bohr dat hij een collega* ontving in zijn blokhut aan de Deense kust. De collega bezoeker merkte op dat Niels Bohr een hoefijzer aangebracht had in de blokhut als talisman – geluksbrenger. Hij vroeg aan Bohr of die zelf als geleerde wel kon geloven dat zijn hoefijzer geluk kon brengen. Niels Bohr zou daarop geantwoord hebben: “Ik geloof het niet, maar ze vertellen me dat het geluk brengt, zelfs als je het niet gelooft”.

Deze anekdote zegt veel over wat geloof is. Geloof is geen wetenschappelijke zekerheid, geen perfecte controle. Geloof is eerder een nederige houding van overgave. Het is erkennen dat anderen meer zouden kunnen weten over het thema, iets wat ons in deze tijd niet zo goed ligt. Het is alle zekerheid loslaten, de waarheid open laten en in vertrouwen op anderen open staan voor het mogelijk positieve effect van je geloofspraktijk.

Dat betekent niet dat we alles kunnen geloven. Er moet minstens vertrouwen zijn dat ons geloof en onze geloofspraktijk goed en gezond voor ons zijn. En dat vertrouwen kan alleen groeien met de hulp van liefdevolle medemensen die in datzelfde geloof zijn opgegroeid. Er moet ook respect zijn voor het geloof van anderen.

Ik verwijs naar mijn blog Groter dan mijn geloof en naar Belief Creates the Actual Fact.

(*) Wellicht niet Albert Einstein. De frequente wetenschappelijke dialogen tussen beiden hebben Einstein als bezoeker gesuggereerd, maar dat is dus een apocrief (=‘broodje aap’) verhaal.

Afbeelding van Andrea Schmidt via Pixabay