Bij het begin van het nieuwe schooljaar reflecteer ik weer eens over ons onderwijs. De ultieme vraag van elke pedagogie is deze: hoe kan je een leerling leren willen?
Er is geen magische formule. Heel wat leerlingen worstelen niet met een gebrek aan talent, maar met een gebrek aan motivatie, geduld en discipline, eigenlijk een gebrek aan wil om het goed te doen. We zagen al dat de wil een centrale aandrijving is in alles wat we nastreven met onze grote vrijheid. Geloof, hoop en liefde draaien essentieel rond de wil. Maar de wil is ook essentieel voor de verwerving van kennis.
We weten dat dwang en repressie niet werken, omdat de motivatie van de leerling van binnenuit moet komen. Men zet
nogal eens in op competitie maar men vergeet dat in een hyper-meritocratisch
systeem alleen de eerste gemotiveerd overblijft. De tweede wordt immers niet meer bemind. De tweede kan ook zichzelf niet meer
beminnen na zijn verlies. Dat is trouwens de reden waarom leerlingen geen
globaal puntenpercentage meer meekrijgen bij hun rapport. De wedijver en de
bijhorende afgunst worden te groot. Voor echte kennisverwerving is competitie
geen goede motivator.
Nieuwsgierigheid is wel een goede motivator, want ze laat de ontdekking
en herkenning van schoonheid toe. Zou het veel beter zijn in dien men de
leerlingen een collectief gevoel van genot zou kunnen bijbrengen bij het
ontdekken of creƫren van nieuwe bevindingen in het te leren vak? Daar zijn
vandaag twee voorwaarden voor nodig. Ten eerste moet het aantal aandacht-afleidingen voor de leerlingen beperkt worden en ten tweede moet
er terug een soort van offervaardigheid komen, zowel bij de leraars als bij de
leerlingen. Die offervaardigheid is een teer plantje dat onze hoogste bescherming moet genieten.
Slechts wanneer
de leerling begint te leren willen, kan hij ook beginnen willen leren.
Foto: de pelikaan,
symbool van christelijke offervaardigheid, St Laurenskerk Rotterdam 2022 ©Wim
Lahaye
Geen opmerkingen:
Een reactie posten