Ego sum vera vitis. Ik ben de ware wijnstok - (gij zijt de ranken). Het is een metafoor die mij sterk aanspreekt omdat ik enkele jaren van mijn leven de werkweek doorbracht bij een wijnbouwer aan de Moezel. De wijnstok geeft het leven zelf door aan de ranken. De wijngaardenier heeft het zo gewild.
Door elk jaar
opnieuw gregoriaans te zingen weet ik dat deze zondag de vijfde
paaszondag is. Pasen lijkt minder gevierd te worden dan Kerstmis, maar dat is
niet zo. De feestvreugde van Pasen wordt eigenlijk in zeven zondagen en met Hemelvaart en Pinksteren gevierd. Elk van die zeven paaszondagen heeft
zijn eigen beeldspraak, zijn eigen karakter en zijn eigen emotionaliteit.
Dit is een bij
uitstek vrolijk moment in het liturgisch jaar. In het Nederlands zingen we dan
vaak: “Ik ben de wijnstok, mijn vader de wijngaardenier” van Huub Oosterhuis. Godsdienst viert het leven zelf. Het is een
buitengewoon bevrijdende ervaring, de specifieke spiritualiteit van een jaarlijks
terugkerende feestdag te beleven en te herbeleven. Maar kunnen we zonder de
godsdienst van onze voorvaderen het leven nog wel goed vieren?
De metafoor van de wijngaard komt ook voor in de parabel van de werkers in de wijngaard.
Afbeeldingen uit de verzameling van WL aan de Moezel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten