Wat een faculteit wetenschappen aan een katholieke
universiteit boeiend maakt is de spanning tussen geloof en rede. De professoren
bleken toch meestal bij de les van de wetenschap zelf te blijven. Als er dan
toch druk kwam iets over geloof te concluderen, dan kwam die druk toch meestal
van buiten de faculteit. Zeer interessant was de strijd van professor Henri de
Dorlodot tegen aartsbisschop Mercier en de paus inzake de evolutieleer van
Darwin. Deze David-tegen-Goliath strijd had iets weg van de historische strijd van Galilei tegen het pauselijk gezag.
Interessant is ook de wordingsgeschiedenis van de “speciale
scholen voor ingenieurs”. Dat die er in Leuven zouden komen was aanvankelijk
niet evident. Een citaat uit het boek dat de tijdgeest weergeeft: “In Luik en
Gent kwamen de toekomstige ingenieurs gemakkelijk in aanraking met het
oprukkende materialisme. De Leuvense ingenieurs zouden als apostelen in het
industriële landschap nuttig werk kunnen leveren.” Dit laatste vreemde zinnetje zegt ook
iets over mijn wortels en mijn roeping. Mijn grootvader zaliger Armand Van Hoof was mijningenieur, maar werd hoogleraar sterrenkunde aan de faculteit Wetenschappen. In zijn laatste levensdagen koesterde hij een nostalgie naar het
industriële landschap van zijn jeugd, een landschap dat hij slechts indirect, vanuit het ‘verre’
Leuven, heeft kunnen dienen door les te geven aan toekomstige ingenieurs. (Mijn novelle de Terugkeer van een Legende speelt zich af in dit industriële landschap.) Hij overleed op 7 februari 1989, vandaag precies 32 jaar geleden.
Ik verwijs ook naar Het Licht van de universiteit en naar de Lessen
voor de 21ste eeuw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten