“Wonder en is geen wonder” zei Simon
Stevin. Inderdaad horen wonderen niet thuis in de wereld van de wetenschap.
De wereld gehoorzaamt aan natuurwetten. Eén daarvan is de tweede
hoofdwet van de thermodynamica, die stelt dat geïsoleerde systemen evolueren in
de richting van een groter wordende entropie. Zoals we in een volgende blog
zullen zien, heeft dat te maken met de onverbiddelijke waarschijnlijkheidsleer
die van toepassing is op de deeltjes waaruit dat grotere systeem bestaat. Dat
betekent dat de
tijd voor ons een voortschrijdende richting heeft. Fugit irreparabile tempus.
Het maakt gebouwen kwetsbaar voor brand en het maakt ons kwetsbaar voor
ziekte en dood. Ook al behoren ziekte en dood tot de natuur zelf, de mens kan
ze ervaren als een kwaad dat hem overvalt.
De bijbel is geen wetenschappelijk boek; hij handelt over
wat mensen bezielt. Het is precies omwille van de kwetsbaarheid van de mens,
dat mensen gaan verlangen naar het herstel van het onherstelbare. In de bijbel
verlangt een lamme dat hij terug kan lopen. De honderdman verlangt dat zijn
knecht geneest. De familie van Lazarus verlangt dat Lazarus uit de doden
opstaat. In feite verlangen ze naar een omkering van de tijd, waarbij ziekte en
dood ongedaan gemaakt worden. De verhalen die uit deze verlangens ontstaan zijn,
zijn prachtig, maar het blijven legendes. Merkwaardig is wel dat de mens er met
zijn wetenschap steeds beter in slaagt de grenzen van het onherstelbare te
verleggen. Wat er vandaag in de academische ziekenhuizen gebeurt, grenst werkelijk
aan het wonderbare.
Maar ook als we niet echt geloven in de wonderen van de bijbel, blijft er één wonder overeind waar we met onze rationele kijk niet
omheen kunnen: het zijnswonder, dat o.a. door Ludwig Wittgenstein beschreven
werd. Dat het ganse heelal zich uit een singulier punt ontplooid heeft, is iets wat we zelfs met de ratio niet helemaal kunnen vatten. En als er toch een
persoonlijke God aan het werk was, dan zou die zich misschien afvragen waar Hij
dan wel vandaan kwam en wellicht zou ook Hij zich kunnen verwonderen over het
feit dat er iets kan bestaan. Dit overbluffend wonder manifesteert zich iedere dag
voor onze ogen, maar we hebben er nauwelijks oog voor. Dat er überhaupt iets
is, is een wonder dat zo groot is, dat alle daaropvolgende wonderen erbij
verbleken.
Ik verwijs ook naar mijn blogs: “Het
Tijdperk van de Tovenaars” en naar mijn Engelstalige
wetenschapsblogs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten