Ik herinner me nog goed mijn eerste werkdagen als pas afgestudeerd ingenieur bij den Bell. De ruimtevaartafdeling waar ik terecht kwam, bestond uit jonge ingenieurs en oudere werknemers die vaak zonder diploma vakkennis en ervaring hadden kunnen verwerven. Ze vertelden me: “Je zal hier ‘iets leren maken’ en je zal ontdekken wat daar allemaal bij komt kijken en hoe lastig dat is.”
“Den Bell” was nog een echt OEM bedrijf, een zogenaamde Original Equipment Manufacturer. De producten van Bell werden daar bedacht, uitgetekend, vervaardigd, getest, verkocht en ondersteund naar de klant. Later in mijn loopbaan leerde ik nog twee andere bedrijven kennen in de satellietnavigatie die ook zelf hardware en/of software ontwikkelen voor toestellen die ze daarna zelf op de markt brengen. Het zijn deze bedrijven die ‘par excellence’ de weerbaarheid van onze economie in stand houden. Ze verdienen een bijzondere erkenning en bescherming, want het is een hard bestaan.
De jobs in
dit soort bedrijven die nog ‘iets maken’, behoren tot de meest uitdagende in de
arbeidsmarkten van ingenieurs en technici. Het gaat over systeemkennis, analoge
en digitale elektronica, software, mechanische opbouw, enzoverder. De
toestellen moeten vaak onder de meest diverse omstandigheden kunnen blijven
werken en dat moet allemaal getest worden. Het duurt dan ook jaren om dergelijk
vakmanschap op te bouwen, maar de volatiele job
markten laten dat niet altijd toe. Onze hoge loonkosten maken dat onze
ingenieurs comfortabeler aan de slag kunnen in banken dan in de
industrieën waar hun kunde werkelijk betekenis krijgt. Een goede maatregel zou zijn om negatieve belastingen te heffen bij de werknemers van deze
industrieën.
Ik verwijs ook naar mijn blogs: the Engineers Courageous Mastery en Ode to Industry.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten