In Brussel is het zelden rustig. In de 14e eeuw was dat ook al zo. Zoals in de meeste Vlaamse steden, was er oproer en pest geweest. De godsdienstoorlogen waren nog niet begonnen, maar er hing al iets in de lucht. De Kerk was decadent geworden. En nieuwe bewegingen in de Kerk zochten voorzichtig hun weg in de hoop niet van ketterij beschuldigd te worden. In die context trok Jan van Ruusbroec vanuit het drukke Brussel naar een plek die toen nog rustig was: Groenendaal, niet ver van Hoeilaart. Het is nu de rand van het Zoniënwoud. Het landschap is er prachtig, ook nu nog, maar de weg erheen heeft intussen een kwalijke reputatie verworven in onze verkeersrubriek.
Ik leerde Jan van Ruusbroec kennen in dit boek van Paul Verdeyen. Jan van Ruusbroec stelde haarfijn vast dat er iets mis was met de levensstijl van zijn tijdgenoten. Hij besliste te verzaken aan de drukte. En hij koos voor contemplatie en bezinning. Hij wierp een dam op tegen de hyperactiviteit van zijn tijd. Het is een keuze die menig Brusselaar en menig Brabander inspiratie kan brengen voor een beter leven. De stille nalatenschap van Jan van Ruusbroec mag nog wat meer gekoesterd worden.
Beatus vir, qui sperat in eo. Andere mystici, waaronder meester Eckhart en Johannes van het Kruis, kwamen ook al aan bod in de Zwijger.
Foto2: Jan van Ruusbroecpark in Hoeilaart 2025 ©Wim Lahaye

Geen opmerkingen:
Een reactie posten