Het bedrijf was merkwaardig omdat er zoveel hoog-technologische bedrijvigheid was, en wel in volle stad. Het gebouw met driehoekig grondplan
achter de grote toren op het Francis Wellesplein was de dagelijkse werkplaats
van duizenden ingenieurs, tekenaars, typisten, soldeerders, enz… In 1972 werkten er volgens het boek bijna vijftienduizend mensen, weliswaar in
combinatie met meerdere nevenvestigingen in o.a. Hoboken, Kontich, Gent en Geel.
Maar zoals overal werd productie meer en meer geautomatiseerd en verhuisd naar het buitenland. Onderzoek en ontwikkeling bleven een belangrijke tewerkstelling maar na verloop van tijd moest ook die verdwijnen. Toen ik zelf begon in 1990, werkten er nog een drieduizend mensen. Toen ik wegging in 1999, nog 1800. Enkele jaren later werden de gebouwen aan het Francis Wellesplein en de Boudewijnsstraat overgelaten aan de Antwerpse stadsadministratie. Enkele honderden mensen hebben nu nog een andere werkplek in de buurt van het Centraal Station.
Maar zoals overal werd productie meer en meer geautomatiseerd en verhuisd naar het buitenland. Onderzoek en ontwikkeling bleven een belangrijke tewerkstelling maar na verloop van tijd moest ook die verdwijnen. Toen ik zelf begon in 1990, werkten er nog een drieduizend mensen. Toen ik wegging in 1999, nog 1800. Enkele jaren later werden de gebouwen aan het Francis Wellesplein en de Boudewijnsstraat overgelaten aan de Antwerpse stadsadministratie. Enkele honderden mensen hebben nu nog een andere werkplek in de buurt van het Centraal Station.

Sic transit gloria mundi.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten