De kwantummechanica gaat over het gedrag van kleine deeltjes zoals elektronen. Dat blijkt belangrijk te zijn voor ingenieurs wanneer zij zich met halfgeleiders bezighouden. Zo kwam ik zelf in aanraking met dit exotisch vak bij het maken van mijn eindwerk in 1988.
De
kwantummechanica laat er geen twijfel over bestaan: alles is onzeker. Enerzijds
is dat een domper op de feestvreugde van de wetenschap. Op het einde van de
negentiende eeuw leek het erop dat de wereld deterministisch was en dat de
wetenschap alles kon begrijpen en voorspellen. We ontdekten sindsdien contra-intuïtieve
fenomenen en onzekerheidsprincipes. De kat van Schrödinger was niet meer te vinden waar we dachten.
Er is ook
een goede kant. De kwantummechanica introduceert een zekere magie in de
wetenschap. Het oeratoom van Georges Lemaître, de gedachte dat de
kwantummechanica aan de oorsprong van ons bestaan zou kunnen liggen, maakt het zijnswonder misschien niet minder wonderlijk, maar toch al een beetje mogelijk in de wetenschappelijke sfeer. In de
kwantummechanica is meten echt waar-nemen. De waarnemer heeft onvermijdelijk
invloed op de meting die die verricht. Het gedachtenexperiment van John
Archibald Wheeler suggereert zelfs dat de kwantummechanica een rol speelt in
onze waarneming van de ontstaansgeschiedenis van ons heelal.
Het is
misschien maar een dromerige gedachte, maar de kwantummechanica lijkt wel een wetenschappelijke basis voor de liefde. Net zoals in de liefde, is er in de
kwantum-mechanica aantrekking, afstoting, ambiguïteit en onvoorspelbaarheid. Een collega van me stelde me ooit de vraag: "Hoe kan je zo zeker weten dat een atoom geen bewustzijn heeft?". Misschien is het gedrag van kleine deeltjes onvoorspelbaar omdat ze bewustzijn hebben. Alles Leben ist eins. Maar dat is geen wetenschappelijk gefundeerde bewering.
Ik verwijs
ook naar mijn blogs: “Het ontstaan van de tijd” en “De natuur van licht”.
Afbeelding van WikiImages via Pixabay
Geen opmerkingen:
Een reactie posten