Dit boek is niet voor doetjes! Het houdt zich ver van de comfortabele salons van pausen en bisschoppen en gaat op kruisweg, op zoek naar de wonden van onze tijd. Tomáš Halík zegt eigenlijk dat als je vandaag de Verrezen Heer wil ontmoeten, je je moet laten raken door de gewonden van onze tijd. Het is een soort hedendaagse mystiek die hij aanbeveelt. De ontmoeting van de Heilige Thomas met zijn Heer krijgt een hedendaagse weerspiegeling in de ontmoeting van de auteur met uitgehongerde weeskinderen in een Indisch weeshuis. Meteen is duidelijk dat niet alle wonden geheeld kunnen worden. Maar het christendom wordt er wel wat het moet zijn: een baken van niet-onverschilligheid in een wereld van almachtig geldgewin.
De auteur
groeide op in het Tsjechië (Tsjechoslowakije) van voor de val van het ijzeren
gordijn. Hij weet wat het is om geen godsdienstvrijheid te kennen. Hij heeft
een zeer interessante visie op de verhouding tussen atheïsme en christendom
enerzijds en op de verhouding Kerk – seculiere maatschappij anderzijds. Als
geen ander legt hij letterlijk de vinger op de wonden van onze Kerk. Terecht
stelt hij de vraag of grote delen van Europa wel wezenlijk gekerstend waren als
we het bloedbad van Wereldoorlog II nabeschouwen. Anderzijds stelt hij dat het
christendom als leer eigenlijk ook toegankelijk is voor mensen die strictu
sensu niet in een almachtige God kunnen of willen geloven, en dat zijn er nogal
wat in deze postmoderne tijden. In Sporen van Geloof gaf ik al aan waarom dat zo is.
Interessant
is ook zijn visie op wat geloof is en wat het niet is. Geloof is voor hem
vooral de moed om “de geschiedenis van Jezus en zijn leerlingen binnen te gaan”.
Het is het “niet verstopt blijven in het struikgewas van verontschuldigingen”
zoals Adam na de zondeval. Hij wijst op de talrijke metaforen en paradoxen die
misschien wel de kern uitmaken van het christelijk geloof. Hij wijst er ook op
dat geloof geen zaak is van puur sentiment, een typische misvatting van deze tijd.
Het is, net zoals liefde, vooral een zaak van de wil, van de bereidheid
kleur te bekennen en barmhartigheid te tonen waar dat mogelijk is. Huub Oosterhuis zag het ook zo. Beatus vir qui sperat in eo.
Dit is
veruit het meest relevante religieuze boek dat ik las in de laatste vijf jaar. In
elk geval is Tomáš Halík geen conformistische mooiprater, maar een ware intellectueel. Wie hem beter wil leren kennen, kan dit gesprek met Lucette Verboven bekijken, overigens in het prachtige kader van het Hollands college in Leuven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten