In mijn blog
van drie jaar geleden besprak ik al deze parel aan de kroon van onze
christelijke erfenis. Het mooie aan een parel is dat je hem kan draaien en weer
een ander kleurenspel ontdekken, en dat is zo met vele verhalen uit de bijbel. Als
lezer of toehoorder ben je spontaan geneigd je te identificeren met de Barmhartige Samaritaan, en het verhaal lijkt de bedoeling te hebben je aan te
sporen om Barmhartige Samaritaan te zijn. Alleszins willen we niet zo laf
zijn als de priester of de leviet en dat we ook wel eens rover zouden kunnen
zijn, is een gedachte die zelfs niet opkomt.
Maar wie is eigenlijk de centrale figuur in dit verhaal? Om
dat te weten moeten we naar de centrale vraag gaan: wie is de naaste …. van de man
die gewond op de weg naar Jericho lag? De bedoeling van dit verhaal is dat we
ons inleven in de man die halfdood geslagen wordt en kermend in de allerdiepste
ellende moet wachten op hulp van iemand anders. We zijn spontaan geneigd de rol
van de sterke te spelen, de Samaritaan, maar in dit verhaal moeten we ons net identificeren
met de zwakke, bijna stervende mens. Wie uiteindelijk je naaste wordt, is dan degene
die naar jou toe komt en je helpt.
Naarmate ik ouder word, besef ik steeds vaker dat het mens
zijn niet alleen een kwestie is van doen maar ook van laten gebeuren, niet alleen
van hulp geven, maar ook hulp kunnen ontvangen van anderen. En steeds vaker herken
ik me in de ijlende Jericho reiziger die hulp nodig heeft. Het verhaal
suggereert dat die hulp kan komen van iemand van wie je het niet verwacht. Tegen
alle cynisme van de wereld in, mag iedereen erop vertrouwen dat hij vroeg of
laat geholpen wordt. Het is een rijk inzicht dat ik kon verwerven uit het boek Leven
van wat komt van Erik Borgman.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten