dinsdag 6 maart 2018

De paradox van de ambitie



“De zin van het leven ligt finaal niet in de studies en het beroepsleven”, beweerde Koen Seynaeve, in Tertio nr. 941 van 21 februari 2018. Dat klinkt verrassend voor een directeur van een Brugs college, maar er zit veel wijsheid in. De bewering deed me nadenken over de grote ambitie die we allemaal voor onszelf en voor onze kinderen koesteren.

Zelf heb ik ambitie altijd als een deugd beschouwd. Het woord heeft nochtans een negatieve bijklank. Dat komt doordat we ambitieus zijn in de verkeerde dingen. We willen vooral veel hebben: een “hoog” diploma, een steile carrière, veel geld en aanzien, soms zelfs beroemdheid. Onze ambitie zou zich echter moeten richten op onze bijdrage. Niet wat we hebben is belangrijk, maar wat we geven. In dat opzicht zijn we zelfs niet ambitieus genoeg. Soms mikken we te laag en volgens de parabel van de talenten is dat een zonde. Nu zullen believers in meritocratie beweren dat we gerust veel mogen geven om daarna veel te kunnen hebben. Maar zelf ben ik geen believer.

Wat we bereiken, hangt immers niet alleen van onszelf af, zelfs niet als we alle talenten hebben en hard werken. Het hangt ook van anderen af, en het hangt ook gewoon van het toeval af. Er is nog een ander probleem met ambitie. Het is niet alleen belangrijk wat we realiseren. Het hoe is ook belangrijk. We kunnen nooit trots zijn op verwezenlijkingen die gebouwd zijn op de destructie van de verwezenlijkingen van anderen. Het doel wettigt de middelen niet. Ethiek is ook belangrijk. Maar het grootste probleem met ambitie vandaag is dat ze overal de pan uitrijst. De tendens van de tijd gaat in de verkeerde richting. We moeten steeds hogere inspanningen verrichten voor minder resultaat.

Bij het mislukken in studie of beroep kunnen teleurstelling en wanhoop toeslaan. En we kunnen zelfs in een totaal betekenisverlies wegzakken. De religie waarschuwt uitdrukkelijk voor té grote ambitie. Thomas a Kempis raadt ons aan om in te zetten op hemelse goederen en ons niet vast te klampen aan aardse successen. Niet wat we hebben is belangrijk maar wat we zijn. Maar is het niet makkelijker gezegd dan gedaan om niet teleurgesteld te zijn? We stoppen immers onze beste tijd in onze opleiding en ons beroep! Als het daar fout loopt, kunnen we niet anders dan teleurgesteld zijn en de woorden van Thomas a Kempis zijn dus slechts een troost. De aardse druiven zijn te zuur. De zoete druiven hangen in de hemel.

Dit is inderdaad de paradox van de ambitie. Tegenover de voldoening die we kunnen bereiken met een grootse realisatie, staat een potentiële teleurstelling die in absolute waarde minstens even groot is als die nagestreefde voldoening. Het erkennen en aanvaarden van die kwetsbaarheid is een eerste stap naar de wijsheid. Ik verwijs ook naar mijn blog: “Druk op kinderen”.

Foto: Standbeeld Julius Caesar te Turijn, shutterstock.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten