zondag 25 december 2016

Kerstmis 2016


Kerstmis is het feest van de kwetsbaarheid. En dat we kwetsbaar zijn, hebben we dit jaar weer sterk kunnen vaststellen. Maar dat was de voorbije jaren ook al het geval. Kerstmis 2016 drukt ons wel extra op de feiten. Meer nog, Kerstmis 2016 stelt ons voor een fundamentele keuze: hoe gaan we om met onze kwetsbaarheid? Er zijn immers twee wegen.

1.       De eerste weg is die van het cynisme. Centrale stelling in het cynisme is “Homo homini lupus” – de mens is een wolf voor zijn medemens. Volgens het cynisme is de wereld slecht. Wij zijn nochtans goed. We doen soms mee aan de warmste week en we betalen veel belastingen. De rijken zijn allemaal zoals Scrooge en de armen zijn lui of misdadig. Voor de cynicus is Kerstmis een farce. Het christendom heeft ons opgezadeld met een lachwekkend verhaal van een joods meisje dat ongewenst zwanger raakte en sommige kwezels zingen daar zeemzoete liedjes bij. Het christelijk idee dat je je vijand moet beminnen is ronduit gevaarlijk. Wolf tegen Lam. Volgens de cynicus heeft het christendom ons tot makke schapen gemaakt tegenover de wolf van een agressieve Islam. De cynicus verdringt nochtans zijn eigen kwetsbaarheid.

2.       De tweede weg is die van de moed en de moedigheden. De weg van de moed ontkent niet dat de wereld gevaarlijk is. Ook niet dat we ons tegen gevaar moeten verdedigen. Maar de wereld is niet fundamenteel slecht. We zijn immers allemaal kwetsbaar. Op de weg van de moed erkennen we de kwetsbaarheid in anderen en aanvaarden we de nadelige consequenties van onze eigen kwetsbaarheid. Het kerstverhaal suggereert dat Jozef en Maria de weg van de moed en de moedigheden gekozen hebben. Kerstmis is dan geen farce met glühwein maar een kostbare erfenis.

Wat de aanpak van terrorisme betreft, die is in beide denkwegen dezelfde. We schakelen de daders kordaat uit. We zorgen voor de slachtoffers. We troosten de nabestaanden. We proberen de handlangers op te sporen en voor het gerecht te brengen, enzoverder. Er is echter één belangrijk verschil en dat is onze interesse voor de terrorist zelf. Op de weg van het cynisme is de terrorist geen aandacht waard; het is immers uitschot. We kunnen terecht zeggen dat de terrorist zelf de weg van het cynisme gekozen heeft, en volgens het wederkerigheidsprincipe verdient deze persoon ons cynisme als antwoord. Op de weg van de moed stellen we ons vragen als we zijn dode lichaam vinden. Wat heeft deze man bezield? Welke tragiek heeft zijn leven gekend dat hij dit gedaan heeft? (Die vragen lijken misschien ondraaglijk voor de slachtoffers.) Maar op de weg van de moed is de wederkerigheid van ons cynisme niet het hoogste doel.

We stellen ons die vraag omdat deze terrorist ooit een kwetsbaar kind in een kribbe geweest is. Waarom heeft dit kwetsbaar mensenkind geen vrede gebracht maar oorlog? We moeten ons die vraag durven stellen want ze is de sleutel naar de vrede. Het is eigenlijk de belangrijkste vraag die het kerstverhaal ons vandaag stelt. Sommigen zullen steigeren en beweren dat er geen justificatie voor terrorisme bestaat. Ik wil dat ook helemaal niet beweren. Maar ik wil ook niet beweren dat we de wereld niet kunnen verbeteren, en dat anderen dat dan maar moeten doen. Want dat is geen moedig standpunt.

Ik verwijs ook naar kerstavond 2015.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten