Ik verwijs naar mijn vorige blog over optimisme en pessimisme. Hoe we in het leven staan, zal in grote mate afhangen van de manier waarop we op grote en kleine tegenslagen reageren. Iedereen reageert wel eens met de opmerking: "Waarom moet mij dit overkomen?" Alsof de wereld zich om ons geluk zou moeten bekommeren.
Bertrand Russell vermeldt hier het probleem van het ego-centrisme, hij noemt het self-importance. We denken inderdaad allemaal dat we, omwille van onze grote inzet, een groter recht op geluk hebben dan de anderen. Daar zit zelfs een waarheid in: wie zorgzaam is, heeft minder kans op ongevallen. En wie hard werkt, verdient (soms) beter werk en betere verloning, dat is het principe van de verdienste, van het loon naar werken. Het idee van immanente rechtvaardigheid is dat je reeds in dit leven beloond kan worden voor het goede dat je doet.
We gebruiken het principe ook in de omgekeerde richting: als iemand het goed maakt, leiden we daaruit af dat die persoon een aantal deugden bezit: werkzaamheid, intelligentie, moed, doortastendheid. En tot bewijs van het tegendeel blijven we denken dat morele goedheid daar ook bij is. Omgekeerd als iemand een miserabel leven leidt, leiden we daaruit af dat die persoon lui en dom moet zijn. Dat heeft het bijkomende voordeel dat we denken dat we hem niet moeten helpen.
Als gelovigen en ongelovigen zijn we dus allemaal onbewust een beetje "gelovig" in een soort immanente rechtvaardigheid. Dat idee is zeer diep ingebakken in onze natuur. Het harde leven van vroeger (en nu) dwong de mens om te geloven in een beloning na de inspanning. Het probleem met de immanente rechtvaardigheid is dat ze niet bestaat, en dat ze precies daardoor ons nog ongelukkiger kan maken.
Toch is het niet de religie die ons hier op het verkeerde spoor zet. De Bijbel bevat zelfs een aantal duidelijke waarschuwingen tegen de menselijke opvatting van immanente rechtvaardigheid. Het Boek Job is een parel uit het Oude Testament. Het vertrekt vanuit de objectieve vaststelling dat ook goede mensen moeten lijden. Toch blijft de vraag naar het waarom essentieel onbeantwoord.
Jezus waarschuwt ook tegen het waanbeeld van de Immanente Rechtvaardigheid. Hij brengt zijn volk zelfs tot een nieuw inzicht: de melaatsen, de blinden en hun ouders waren geen zondaars. Hij herdefinieert het begrip rechtvaardigheid: de werkers van het elfde uur krijgen evenveel als de werkers van het negende uur. De genade van God kijkt niet naar de verdienste maar naar de behoefte. Het verhaal van de Verloren Zoon stelt de liefde zelfs boven alle rechtvaardigheid.
Waarom is het nuttig de Immanente Rechtvaardigheidsgedachte op de weegschaal te leggen? Omdat het een gedachte is die onbewust onredelijke verwachtingen schept. Door ons bewust te worden van dit gevaar, kunnen we eventueel onze verwachtingen bijsturen in de richting van wat meer realisme. Dat lijkt in deze tijd broodnodig.
Een ander mechanisme van gelukssabotage vindt u in Money for Nothing.
Foto uit het interieur van de St.-Servaas abdijkerk in Grimbergen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten