Vroeger was je verstandig als je Belg was en moedig als je Vlaming was. Weldra is het precies omgekeerd; de macht kantelt van België naar Vlaanderen. Met deze crisis is duidelijk geworden dat dit geen strijd is tussen Vlamingen en Walen, noch tussen Nederlandstaligen en Franstaligen. Het is echt een strijd tussen "Vlamingen" en "Belgen", waarbij laatstgenoemden zich luidop afvragen of eerstgenoemden zich van hen zullen afscheiden of niet. De zaken worden daarbij vaak opzettelijk zwart-wit voorgesteld.
In een Brusselse, Europese en internationale context lijkt een volledige afscheiding haalbaar noch wenselijk. Of we het nu fijn vinden of niet, een voor alle partijen eerbaar compromis zal er moeten komen. Ik zie een uitweg in het versoepelen van de taalwetgeving voor Franstaligen in Vlaamse gebieden. De taalwetgeving is te strak en is daarmee aan zijn doel voorbijgeschoten; deze taalwetten waren troostprijzen voor de Vlaamse politici van vorige eeuw. Nu zijn het symbolen waarmee Vlaanderen in de rest van Europa bespot wordt.
Inmiddels zou men moeten inzien dat je Franstaligen geen Nederlands kan leren door ze nederlandstalige formulieren op te sturen. Dat er nu eenmaal Franstaligen in de Brusselse rand wonen, is een demografisch feit dat niet met taalwetgeving kan bestreden worden. Vandaag is de Franse taal geen bedreiging meer voor de Vlaamse identiteit. (Vroeger wel.) Door de taalwetgeving te versoepelen, kan men bijvoorbeeld de gewenste staatshervorming in de wacht slepen.
Een mooi Franstalig gezegde is van toepassing: "Il ne faut pas pousser Bobonne dans les ortilles", waarbij Bobonne hier staat voor het verzwakte België. Als de macht kantelt, getuigt het niet langer van grote moed de verzwakte tegenstander de genadestoot te geven. Met een beetje humor kan en mag België blijven bestaan. Natuurlijk kunnen we ook met humor een andere weg inslaan. Ik ben benieuwd wat het gaat worden, maar hoe dan ook ben ik hoopvol dat we weldra naar het paradijs zullen geleid worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten