zondag 3 juni 2018

Sacramentszondag in een onbegrijpende wereld



Ik heb dit feest beter leren kennen toen ik op de boerenbuiten in Luxemburg woonde. Na de zondagsviering droeg de priester het sacrament naar buiten en de ganse gemeenschap maakte een kleine processie door het dorp, en langs donkergroene graanvelden. Ik voelde me als vreemdeling opgenomen in een onooglijk plattelandsdorp.

Sacramentsdag of Corpus Christi wordt eigenlijk gevierd op de tweede donderdag na Pinksteren – 60 dagen na Pasen, maar in ons land is dat geen vrije dag en daarom vieren wij “het sacrament” op de zondag daarna. In Duitsland heet sacramentsdag “Fronleichnam”, letterlijk het lichaam van de Heer. Het is in vele Bundesländer een vrije donderdag, net zoals Hemelvaartsdag. Het is een feestelijke dag waarop je wel eens een processie kan zien, waarin een hostie in een monstrans rondgedragen wordt.

Op sacraments(zon)dag vieren we dat het lichaam van Jezus de gedaante heeft aangenomen van brood en wijn. Het is de beruchte transsubstantiatie, een theologische haarkloverij die al geleid heeft tot historisch onbegrip. In feite gaat het gewoon over het steeds herontdekken van de betekenis van ons bekend ritueel met brood en wijn. Dat konden we ook doen op Witte Donderdag maar omdat we ons dan niet in feeststemming kunnen voelen, moest een apart feest bedacht worden en dat is in de dertiende eeuw dan ook gebeurd. Pinksteren houdt de opdracht in, in de wereld te trekken. Twee weken later houden christenen een protestmars met het lichaam van hun leider; ze dragen Hem letterlijk uit naar de wereld. Nadat Hij zich op Palmzondag exposeerde aan de wereld, is het onze beurt om ons te exposeren aan een wereld die ons misschien niet zal begrijpen.

Een interessante vraag is of de Kerk dit mag doen. Mag de Kerk naar buiten treden, in een tijd waarin de staat ijvert voor 'neutraliteit' in de openbare ruimte? Mag zij het verkeer in de war sturen om haar punt duidelijk te maken aan mensen die daar niet om gevraagd hebben? En waarom zou zij dat dan doen? Het is in de eerste plaats een wens van de gelovigen zelf. Kerk-zijn speelt zich niet alleen af in de huiskamer maar ook in een gemeenschap. Christen ‘zijn’ heeft geen zin als je dat niet kan ‘tonen’. Dat gebeurt door concrete daden, maar ook door rituelen.

De processies hebben weliswaar iets anachronistisch. Ze zijn een beetje provocatief, zoals ook Christus provocatief door Jeruzalem trok op zijn ezel. Sacramentsprocessies zijn marsen tegen onbegrip. En aan onbegrip hebben we als christenen tegenwoordig geen gebrek, vooral bij onze eigen mensen. Maar de Zwijger zal blijven ijveren voor godsdienstvrijheid en -tolerantie.

Ik verwijs naar mijn blog: “Antireligiositeit” en naar “De vreugde van de feestdagen”.

Foto: glasraam uit de Virga Jesse basiliek van Hasselt

Geen opmerkingen:

Een reactie posten