dinsdag 30 januari 2018

Economische rechtvaardiging


In een vorige blog schreef ik al hoe we meer en meer onze tijd moeten rechtvaardigen. Maar we moeten ook meer en meer ons inkomen rechtvaardigen. Dat komt omdat er niet genoeg geld is voor iedereen. De rijken moeten zich natuurlijk rechtvaardigen omdat ze veel krijgen. Maar de armen moeten zich nu ook rechtvaardigen omdat ze misschien een uitkering ontvangen zonder verdiensten te hebben gerealiseerd.

Vorige week vernamen we al wat iedereen met zijn ellebogen kon aanvoelen. De instroom van migranten levert geen batig saldo op in de sociale zekerheid. Een relatief te groot deel van hen moet vandaag van een uitkering leven, en kan niet voldoende bijdragen in de sociale zekerheid en in de ziekteverzekering om op het einde van zijn leven met een positief saldo te eindigen. Als de West-Europese landen werkelijk zouden geloven dat vluchtelingen en migranten economische welvaart brengen, dan zouden ze aan Hongarije smeken of ze nog meer mensen met bussen konden komen ophalen. Maar je moet niet noodzakelijk geloven in economisch nut om in bepaalde gevallen menselijkheid te tonen. Je zou met andere woorden bereid kunnen zijn om voor je getoonde menselijkheid te betalen, sommigen zullen zelfs zeggen: te boeten.

Maar leveren wij ‘autochtonen’ wel een batig saldo op in de economie? Dat is lang niet zo zeker. Is ons werk wel economisch nuttig? Krijgen we relatief niet te veel? En vooral: leven we niet te lang? Als we lang leven, brengen we ons economisch saldo waarschijnlijk helemaal terug onder nul omwille van alle zorgen die we van anderen nodig hebben. U ziet: die individualistische economische evaluatie of justificatie leidt alleen maar tot ongerijmdheden; ik wou met bovenstaande vragen alleen aantonen dat individuele economische rechtvaardiging een bijzonder heikele onderneming is en dan spreek ik nog niet over diegenen die door allerhande lichamelijke en geestelijke beperkingen niet eens kunnen bijdragen.

Het is natuurlijk wel een goed idee te proberen om iedereen naar beste vermogen in te zetten op de arbeidsmarkt en daar moet nog heel wat veranderen, om te beginnen bij de fiscaliteit. Maar uitkeringen zijn niet altijd economisch negatief. Het hangt er ook van af hoe een uitkering gebruikt wordt. Als die uitkering gebruikt wordt om ouderen te verzorgen of om kinderen op te voeden, dan is dat geld waarschijnlijk relatief ‘nuttiger’ besteed dan wanneer het geld gebruikt wordt om wekelijks te gaan fuiven op Ibiza.

De waarheid is dat weinigen onder ons zich tegenover de Mammon, de economische God kunnen verantwoorden. Om het met de woorden van de “De Profundis”psalm te zeggen: “Als u onze uitkeringen (onze zonden) blijft gedenken Heer, Heer wie houdt dan stand?”

Ik verwijs ook naar meritocracy is merito-crazy en naar het MatteĆ¼s-effect

Geen opmerkingen:

Een reactie posten