dinsdag 27 juni 2017

Bij de fietsenmaker

Ik ben er bijna zeker van dat je het ook al meegemaakt hebt. Op een zonnige zaterdagmorgen ga je naar de fietsenmaker om remblokjes te kopen. Je wil en passant ook wel eens weten hoeveel een nieuwe racefiets zou kosten. Slechts drie wachtenden voor je, dus je zal snel aan de beurt komen. De eerste persoon heeft echter te kampen met een terugkerend probleem met zijn versnellingen en bespreekt met de fietsenmaker uitvoerig alle alternatieven die in de catalogus staan. Daarna komt een tweede persoon aan de beurt die zijn schijfrem moet laten bijstellen, een werkje van niets. De derde persoon laat zijn dochter kiezen tussen een roze, een oranje en een blauwe fietshelm. Intussen heeft de telefoon al driemaal gerinkeld en je ziet het zweet al parelen op het voorhoofd van je sympathieke fietsenmaker. Jijzelf komt aan de beurt na 45 minuten. Er staan reeds vier wachtenden achter je wanneer de fietsenmaker zijn deskundige uitleg geeft over je nieuwe racefiets. Je verlaat de zaak even later en je denkt bij jezelf dat de fietsenmaker best een assistent zou aanwerven.

Maar kan hij dat wel? Laten we eerst eens kijken wat de man op een uur verdiend heeft. Hij heeft een roze fietshelm verkocht en vier remblokjes. Dat heeft hem een winst opgeleverd van 8 Euro, dat is minder dan wat een Oekraïense vrachtwagenchauffeur (in België) kan verdienen. Ben je nog altijd zeker dat de man zich een assistent kan veroorloven? Er is nochtans meer dan werk genoeg voor één of meer assistenten. Op het plein voor de kerk zie je groepjes jongeren die niets te doen hebben. Onze overheid betaalt een leger werklozen om niets te doen terwijl het beroep van assistent-fietsenmaker, mits enige training, toch niet zo moeilijk kan zijn? Minstens moet de nieuwbakken assistent bekwaam genoeg zijn om te helpen bij de keuze van de fietshelm?

Om te begrijpen wat hier gebeurt, steken we de straat over en gaan we naar de computerzaak, voor een andere leuke hobby van de zwijger. Exact hetzelfde beeld: een overwerkte zaakvoerder, lange wachtrijen en weinig personeel. Wat is hier aan de hand? Laten we kijken naar de gelijkenis tussen fietsenmakers en computerzaken. Er is vooral de grote techniciteit van het product en de voortdurende evolutie van de techniek. Dat maakt dit soort handel zeer arbeidsintensief. De klant komt eigenlijk niet voor het product maar voor de dienst rond het product. Hij heeft advies nodig, hulp, upgrades, aanpassingen en die vergen allemaal arbeid. De kleine zelfstandige zaakvoerder kan wel winst maken met het product, maar draait verlies met zijn service. Hij kan nipt overleven als zijn personeel zich 110% inzet voor de zaak. Grote ketens weten dat. Ze kopen goedkoop spul in het Oosten en verkopen het duur in België. Ze leveren zo weinig mogelijk service. De klant moet zichzelf maar zien te beredderen. Hij kan op zoek gaan naar een familielid of een vriend die hem kan helpen.

De overheid moet kleine jobs opnieuw betaalbaar maken. Ze kan bijvoorbeeld de kosten voor de zelfstandige aanzienlijk verlagen met negatieve belastingen. En ze kan een laaggeschoolde werkloze dwingen in dienst te gaan bij de fietsenmaker, op straffe van uitkeringsverlies als de fietsenmaker niet tevreden is. Dat gaat een beetje in de richting van een combinatie basisinkomen met inzet-beloning voor werkgever en werknemer. De impact is echter niet te onderschatten. De assistent-fietsenmaker zal nieuwe vaardigheden verwerven. Hij krijgt een bescheiden kans tot integratie in de maatschappij. Maar het is niet alleen de taak van de overheid hier iets te veranderen. Wat we nodig hebben is een algemene mentaliteitswijziging: een van grotere waardering voor kleinere jobs.

"Gebakken tong met frietjes" is een anekdote waarin net het omgekeerde gebeurt: de zwijger krijgt een goede service bij een slecht product. Meer over de problematiek van onze arbeidsmarkt vind je in mijn blog: "De opstand van de middenstand".

1 opmerking:

  1. Op Facebook hadden enkele lezers opgemerkt dat het Internet hier ook een rol speelt. Er is oneerlijke concurrentie tussen de detailhandel en de online-verkoop. De klant gaat zich informeren bij de detailhandelaar en koopt daarna zijn producten online.

    BeantwoordenVerwijderen