dinsdag 15 november 2016

Het Beeldverhaal

De filmkunst is als laatste grote kunst algemeen aanvaard maar eindigt het rijtje van de kunsten daar? Wellicht niet. Een kunst die intussen ook erkenning mag genieten is de kunst van het beeldverhaal, zeg maar de kunst van het striptekenen. Het is een kunst die zich vooral in ons land sterk ontwikkeld heeft maar die intussen ook vaste voet gevonden heeft in een aantal buurlanden. Het beeldverhaal zou de “negende” kunst zijn, al weet ik niet zeker welke kunstvormen nummer zeven en acht dragen.

Het loont de moeite het Hergé museum in Louvain-la-Neuve eens te bezoeken. Ik kwam er te weten dat uitgerekend “De juwelen van Bianca Castafiore” als het beste Kuifje-boek bekend staat. Dat was aanvankelijk verrassend voor mij, want als kind vond ik dit verhaal het minst boeiende. Er werd geen enkele verre reis in gemaakt; er kwamen alleen schijn-boeven in en er werd veel in gepraat. Ik heb het verhaal nog eens herlezen en ik begrijp dit nu beter.

In geen enkel ander boek zijn de karakters zo tot hun volle identiteit geëvolueerd. Ook de expressiviteit van de gevoelens en het raffinement van de intriges is tot in de puntjes uitgewerkt. De compositie van de beelden en de natuurlijkheid van de gelaatstrekken en houdingen zijn helemaal af, zoals Hergé het wou. De Franstalige versie is natuurlijk de meest originele maar ik heb de meeste albums toch in het Nederlands gelezen, zie ook dit meesterlijk hilarisch fragment.


Ik herinner me dat ouders zich vroeger zorgen maakten als hun kinderen teveel strips lazen. Het was een beetje zoals men zich nu zorgen maakt over de sociale media en de games. Toch moet ik nu vaststellen dat ik veel dingen weet dankzij de stripverhalen die ik gelezen heb. Vaak was het stripverhaal de eerste kennismaking met de typische kenmerken van een ver land. Als men me iets over een land vertelt waar ik nooit eerder geweest ben, dan komt nog steeds een typisch beeld uit een Kuifje-verhaal in me op.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten