Zowat overal in Europa is de middenstand ontevreden. Dat vertaalt zich steevast in klinkende opiniepeilingen voor de oppositiepartijen en regelmatige machtswissels. Wat is het probleem?
De middenstand bevond zich traditioneel in het midden tussen een rijke topklasse die bescheiden (risico-) kapitaal kon verschaffen en een 'arme' arbeidersklasse die handenarbeid kon verrichten. In het middenveld bevonden zich handelaars, landbouwers, kleine zelfstandige ondernemers, maar ook hooggeschoolde bedienden die zich konden opwerken in privébedrijven of overheidsdiensten.
Het basisparadigma van de middenklasse is dat wie werkt, vooruitgaat. Je studeert, je werkt hard, je spaart, je bouwt een huis, je leent, je start een zaak, je verdient steeds meer, je spaart en investeert opnieuw, ... en aan het eind van de rit ontdek je dat je een heel eind verder staat dan je ouders op die leeftijd. Dat is vandaag niet meer evident in de middenstand, integendeel.
Om efficiënt te kunnen werken, heeft de middenstand de andere standen nodig: de topklasse om kleine kapitalen te verschaffen en de arbeidersklasse om kleine arbeid te verrichten. Beiden zijn problematisch geworden.
Aan de kapitaalzijde is er een extreme risico-aversie die maakt dat de topklasse niet meer investeert. De interestvoeten staan op nul maar zouden negatief moeten worden. De overheid houdt de interestvoeten positief en steunt daarmee ongewild de risico-afkerigheid, zodat er wel gespaard wordt, maar niet geïnvesteerd. De middenklasse krijgt geen risicokapitaal maar moet wel belastingen betalen om de banken overeind te houden.
Maar ook aan de arbeid-zijde is er een probleem. Gekwalificeerde arbeid is zeldzaam en onbetaalbaar, niet zozeer omwille van de netto- maar omwille van de bruto-lonen. Wie niet gekwalificeerd is, leeft liever van een uitkering dan van moeilijk werk. Wie betaalt wel die uitkeringen, maar geniet niet van goedkope mankracht? Opnieuw de middenstand. De middenstand staat niet meer in het midden maar is tot een soort slavernij vervallen.
Donkerblauwe partijen beweren de belastingen te zullen verminderen maar kunnen en zullen dat nooit doen. Er is de taboe van de Euro en de banken, de taboe van de uitkeringen, de taboe van de pensioenen en de taboe van de uitgaven in de ziekteverzekering. Maar de overheid verkiest sociale vrede bovenaan en onderaan in de maatschappij, omdat de middenklasse niet zo goed gesyndiceerd is en zich liever te pletter werkt. Alleen bij de verkiezingen is er potentieel een probleem.
Ik verwijs naar eerdere blogs in dit verband zoals Stemgedrag anno 2011, Knevelarij en Econoshock 2.0. Ook het boek van Tomáš Sedláček, Economics of Good and Evil past goed bij dit thema.
Foto van Shay Yacobinski / Shutterstock.com
Zie ook die Wohlstandslüge.
BeantwoordenVerwijderen