woensdag 7 december 2011

De bedrijfswagen van Johannes de Doper

Bij het naderen van de kersttijd voelt iedereen met zijn ellebogen aan dat er iets mis loopt in onze maat-schapppij - maar wat eigenlijk? Welnu, een van de mooiste dossiers om dit ellebogengevoel te verklaren is het dossier van de bedrijfswagens. Een prachtig verhaal over hoe Jantje naar de bliksem loopt.

Een bedrijfswagen was aanvankelijk een wagen van een bedrijf. Zelfstandigen en mobiele werknemers van een bedrijf konden van een bedrijfswagen gebruik maken om hun dagelijkse beroepsopdrachten uit te voeren en hoefden niet langer hun privé-bezit op de baan te verslijten, helemaal geen slecht idee. Naderhand eigenden ook hogere kaderleden zich een bedrijfswagen toe, wat fiscaal interessant bleek te zijn.

En dan ging de bal pas goed aan het rollen: de bedrijfswagen werd een statussymbool, de automobielnijverheid wreef zich in de handen, middenkaders wilden ook een bedrijfswagen, leasemaatschappijen werden uit de grond gestampt, tankkaarten hoorden erbij, hoogmoed en jaloezie deden de rest wel....De staat zag zich genoodzaakt een voordeel in natura opnieuw te gaan belasten, en de bedrijfswagen was geen voorrecht meer maar een recht, een deel van het loon, en een trofee in de rat-race.

Het resultaat vandaag is bekend: aan pas afgestudeerden wordt verteld dat zij een bedrijfswagen moeten eisen, iedereen rijdt in het weekend gratis rond met de tankkaart van zijn werkgever, files in het weekend, sommigen gaan vrolijk rondjes rijden op de Nürburgring in Duitsland, de partners snoeven erop los, de HRM afdelingen van onze ondernemingen houden zich nu bezig met opties van nieuwe wagens die elke vier jaar vervangen moeten worden. Wie in de privénijverheid geen bedrijfswagen heeft, is een loser geworden. De bedrijfswagen is geen recht meer maar een onrecht voor wie hem niet krijgt.

We zijn misschien blij met onze bedrijfswagens maar we voelen aan dat deze kermis niet kan blijven duren. Iemand moet de rekening betalen. Opnieuw wijzelf, verwende kinderen. De soberheid waartoe wij nu opgeroepen worden, gaat echter verder dan het potentieel verliezen van een voordeel. We moeten anders gaan denken. Het moet eervoller worden, geen bedrijfswagen te hebben dan er wel een te hebben. Wie er geen heeft, mag voor mijn part eens goed opscheppen. Wat je bijdraagt, is belangrijker dan wat je krijgt. Wie zijn wagen zelf betaalt, mag fier zijn: hij is rijk en vrij. Dit is een inkeer die tot echte vrijheid leidt, iets dergelijks predikte Johannes in de woestijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten