Christian de Duve is één van de zeldzame geniale geesten die voor ons land een Nobelprijs in de wacht sleepte. Dit boekje vat de zoektocht samen - de Jésus à Jésus - van de Jezus van zijn jeugd, een mythische, goddelijke figuur die een hele rist wonderen verrichtte naar de Jezus waarin hij vandaag gelooft - de mens van vlees en bloed, de gids en leidsman die ons leert wat liefde is.
De wetenschap zelf, inclusief de kosmologie, de biologie met de evolutietheorie, zuivert zijn beeld. Vooreerst doet de wetenschap hem inzien dat het oude beeld van Jezus achterhaald is. De wetenschap leert ons dat wij geëvolueerd zijn tot wat we zijn door ons 'groepsegoïsme', in feite de oorzaak van wat we in godsdienstige termen de erfzonde noemen.
Wil de menselijke soort overleven, zal zij in staat moeten zijn afstand te nemen van dit groepsegoïsme en dit kan vandaag niet langer door biologische evolutie; er moet dus dringend een culturele evolutie komen. We hebben dus gidsen en profeten nodig die ons de weg wijzen. Naast Boeddha en Confucius is Jezus zo'n gids en is hij in het westen de meest uitgelezen raadsman.
Christian de Duve past hier zeer goed in een rij van eminente geleerden en filosofen die vanuit een rationalisme tot dezelfde conclusie komen: de mens is niet bestemd voor de ondergang maar voor de liefde tot de ander. Ik denk bijvoorbeeld aan Pierre Teilhard de Chardin en Emmanuel Levinas. Ik vind dit ook terug in een boekje " De vijfde kracht" van een Leuvens professor. Het goddelijke is niet te zoeken in een verre almacht maar in een nabije medemenselijkheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten