In dit boek - Geniale Geesten - uitgegeven bij Lipsius Leuven, bespreekt Dr. Martin Hinoul de geschiedenis van 110 jaar Nobelprijzen. De auteur behandelt werkelijk alle Nobelprijzen in alle disciplines (fysica, scheikunde, geneeskunde, literatuur, economie en vrede), een gigantisch monnikenwerk. Maar op die manier is dit werk ook wel een beetje de geschiedenis van de wetenschap, want na het overlopen van deze indrukwekkende lijsten, stelt men vast hoeveel er in die twintigste eeuw gebeurd is op het vlak van de wetenschap. Het is soms verrassend zoveel namen terug te zien die je ooit in een kursus natuurkunde of scheikunde geblokt hebt maar waarvan je nooit geweten hebt dat het een Nobelprijs was.
Interessant is niet alleen wie de Nobelprijs kreeg en waarom, maar ook wie niet, en waarom niet of waarom die persoon misschien toch een Nobelprijs verdiende. Een opvallende conclusie is dat vele geniale geesten in meerdere vakgebieden en op meerdere geografische plaatsen actief waren en dat grote doorbraken vaak ontstaan in de schemerzone tussen verschillende disciplines.
Dr. Martin Hinoul schrijft zo'n boek natuurlijk niet uitsluitend als naslagwerk. Wie hem kent, weet dat hij durft dromen van excellentie en dat ook nastreeft voor zijn Alma Mater. We halen hier in eigen regio nog niet de score die we zouden moeten kunnen halen als we vergelijken met soortgelijke universiteiten in Groot-Brittaniƫ, Nederland en Zwitserland. Natuurlijk zeggen Nobelprijzen niet alles en is het resultaat statistisch nog niet significant. Maar toch: kan het niet beter en moeten we misschien ook niet wat meer aandacht besteden aan onze internationale bekendheid? De vraag stellen is ze beantwoorden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten