Dit uitstekend boek (auteur Joris Tulkens, uitgave Davidsfonds) brengt het levensverhaal van Pieter Gillis, stadsgriffier van Antwerpen in de woelige vroege zestiende eeuw. Pieter Gillis was een vooraanstaand humanist en was persoonlijk bevriend met enkele topintelligentsia van zijn tijd zoals Erasmus en Thomas More. Pieter Gillis doet zijn levensverhaal zelf. Hij onderhield een intensieve correspondentie vanuit Antwerpen met zijn vriend Beatus Rhenanus die in Sélestat verbleef en die de 'bewaker van zijn geschriften' moest worden.
Het is een diepmenselijk verhaal. Een gevoelig man wordt erin verscheurd door noodlottige gebeurtenissen in het openbare en in zijn persoonlijk leven. Zijn droom van een tolerante maatschappij wordt stukgeslagen door machtsmisbruik en geweld.
Het meest aangrijpend is Pieter Gillis' persoonlijk medeleven in de tragiek van Jacob Proost, prior van de Augustijnen, die door de machthebbers met de ogen in het zand gedrukt wordt. Proost wordt door de inquisiteurs gedwongen openbaar afstand te doen van datgene waarin hij echt gelooft en dat als 'luthers' bestempeld wordt. Een mooi staaltje van 'de gedachten zijn vrij' thematiek.
De verloren droom van Pieter Gillis is ook onze verloren droom. Europa in het algemeen en de Lage Landen in het bijzonder zullen vanaf dan gevangen blijven in onverdraagzaamheid, geweld, machtsmisbruik, hielenlikkerij, dogmatiek en achterlijkheid. Met Antwerpen als verloren en gebroken stad, de hoofdscène waarin dit drama zich afspeelt. Een situatie waarvan we nu nog de gevolgen dragen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten