
Het is het verhaal van voortdurende machtswissels tussen keizers en usurpatoren in het Romeinse rijk. Het is onmogelijk alle details te onthouden, maar het verhaal blijft boeiend tot het einde. Het corrigeert ook een beetje ons beeld van dat tijdvak. "Romeinen" en "barbaren" blijken veel minder een etnisch dan wel een burgerrechtelijk onderscheid aan te geven.
De fameuze bewegingen van Visigoten, Franken en Hunnen moeten niet zozeer opgevat worden als volksverhuizingen van etnisch homogene groepen, maar eerder als "gemengde" krijgsbendes die nu eens de keizer, dan weer een belager steunden. Gaandeweg ontwikkelden ze een identiteit onder leiding van hun al dan niet 'barbaarse' leider.
Het trof me ook hoe steden buiten Rome plots wereldsteden konden worden door het verblijf van een keizer - bevelhebber. Van een stad als Trier wist ik dat ze destijds belangrijk was, maar wie had al eerder gehoord van Sirmium, nu Sremska Mitrovica in Servië, in die explosieve tijd een wereldstad op de wip tussen Rome en Konstantinopel?
Het loont de moeite dit boek te lezen. Wie me kent, weet dat ik graag parallellen trek tussen onze maatschappij en de laatromeinse. Dit boek leert dat de vergelijking alvast niet opgaat op het vlak van politieke stabiliteit. En natuurlijk ook dat de geschiedenis onvoorspelbaar blijft.
Ik verwijs naar mijn artikel uit het jaar 2001: de Noord-Zuid ongerechtigheid en het einde van het Romeinse rijk. Het artikel is echter gebouwd op de "klassieke" geschiedkundige interpretatie van volksverhuizingen, interpretatie die de auteur met dit boek heeft kunnen corrigeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten