Vorige zondag vernamen we dat het eenvoudig is. "Als je het geloof van een mosterdzaadje had, zou je zeggen tegen de moerbeiboom: 'Maak je wortels los uit de grond en plant je in de zee!' en de moerbeiboom zou je gehoorzamen."
Na een onzachte botsing van mijn schedel met een tak van een moerbeiboom vorige zomer in Catalonië, heb ik dit geprobeerd. Voor alle duidelijkheid: de moerbeiboom plantte zich niet in de zee en mijn hoofd doet nog altijd pijn als ik eraan denk. (En na deze blog zal u geloven in de echtheid van deze anekdote.)
Deze bijbelse beeldspraak is echter zeer inspirerend. Om moed te putten en door te gaan, moet de mens telkens weer in het onmogelijke geloven. Dat we in ons land, Vlaanderen of België, harmonisch kunnen samenleven bijvoorbeeld. Dat onze media zinvolle inhoud kunnen brengen. Dat we de economische crisis kunnen bedwingen. Dat we in Europa kunnen innoveren. Dat we geen gifgas en geen landmijnen meer hoeven te verkopen. Dat we de productie van broeikasgassen kunnen stopzetten.
Het is eigen aan de menselijke conditie dat er problemen zijn. Maar het is ook eigen aan de menselijke conditie dat we doodgaan als we de problemen niet oplossen. En om de problemen op te lossen, is het noodzakelijk te geloven dat ze oplosbaar zijn.
Dat is nu precies wat deze bijbelse beeldspraak probeert duidelijk te maken: als de mens waarachtig wil leven, moet hij in staat zijn in het onwaarachtige te geloven. Als hij de crisis wil bezweren, moet hij geloven dat ze kan voorbijgaan. Als hij de wereld wil redden, moet hij geloven dat de wereld gered kan worden. En dat geloof is niet zo moeilijk: een mosterdzaadje is al genoeg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten