Het begrip utopie, ideale wereldorde, is een bijdrage van Thomas More aan ons werelderfgoed. In 1516 schreef hij de 'Utopia', een fictief verhaal van een Portugese ontdekkingsreiziger, Rafaelo Babellario, die in het zuidelijk halfrond een eiland ontdekt had en bij zijn terugkeer verslag uitbrengt over de harmonieuze samenleving die zich op dat eiland ontwikkeld heeft. Het verrassende aan de Utopia is de vooruitstrevendheid van deze maatschappijvisie. Thomas More was hier als denker zijn tijd eeuwen voorop. Hij pleit onomwonden voor een verdeling van goederen op basis van behoeften en niet op basis van dubieuze verdiensten als macht, rijkdom, afkomst of wapenbezit. Hij pleit voor een maximale participatiegraad. Iedereen moet een voor de maatschappij nuttige stiel leren en iedereen moet met die stiel bijdragen aan de welvaart. Tegelijk worden alle inwoners, mannen, vrouwen en kinderen, aangemoedigd tot intellectuele vorming in wetenschap en literatuur, ieder naar zijn mogelijkheden. Magistraten worden geselecteerd op basis van capaciteit en niet op basis van afkomst. Hij pleit voor goed uitgebouwde ziekenhuizen, kinderopvang, gebalanceerde dialoog tussen kinderen, ouders en grootouders, erg modern voor die tijd.
Meteen legt hij de vinger op de wonde in de maatschappij van zijn eigen tijd: "De Utopianen vinden het te gek voor woorden dat er bij ons (arme) mensen zijn, die rijke mensen, aan wie ze niets verschuldigd zijn, haast als goden behandelen, alleen maar omdat ze rijk zijn. En dan te bedenken ... dat die rijkelui zo egoïstisch en gierig zijn, dat ze van hun onmetelijke rijkdom geen cent zullen afstaan of ze moeten toevallig doodgaan". More wijst er ook op dat in tijden van hongersnood vele rijken volle graanschuren verborgen hielden uit winstbejag. Vervang graan door kapitaal in de 21ste eeuw.
Pieter Gillis was niet zo overtuigd van de godsdienstige verdraagzaamheid van Thomas More. Daar is in de Utopia nochtans niets van te merken. De Utopianen kunnen in volkomen vrijheid hun eigen godsdienst belijden. More suggereert verder dat de Utopianen bewust eenvoudige kledij dragen omdat werken belangrijker is dan pracht en praal. Deze en andere 'regels' lijken dan weer sterk vrijheidsberovend, hetgeen bij vertaler en uitgever een nawoord ontlokte waarin de Utopia als totalitair werd bestempeld.
Dat lijkt me een typisch 21ste eeuwse vergissing. Men vergeet dat totalitair pas betekenis krijgt in een totalitaire staat als die van Hitler of Stalin. Voor een middeleeuwse landarbeider is het begrip totalitair volkomen betekenisloos. Zijn probleem is niet dat hij zijn mening niet kan zeggen tegenover vorst en vaderland want hij en zijn mening bestaan daar gewoonweg niet. Zijn totalitaire staat is uiterst lokaal: ze wordt gevormd door een lokale krijgsheer of rover die met een zwaard naast hem staat en die hem van alles berooft wat niet te zwaar is om mee te nemen.
Feit is dat de Utopia een vlijmscherpe satire is op de 16de eeuwse maatschappij. Dat de schrijver ervan onthoofd werd, verleent hem een zekere credibiliteit als onafhankelijk denker en als heilige van onze katholieke Kerk. Laat Thomas More dus maar genieten van de gratie van de geschiedenis. Zijn Utopia blijft verrassend actueel voor politici en politieke commentatoren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten