Confucius werd geboren in 551 voor Christus. Zijn leer werd ongeveer 2500 jaar geleden door zijn leerlingen opgetekend. We zijn allemaal geneigd te denken dat daar een nieuwe leer aan het denkvermogen van een individueel persoon ontsproten is, maar het merkwaardige is nu dat Confucius zelf zich beriep op ideeën die nagelaten werden door een keizer die 2500 jaar vòòr hem geleefd had. Het is dus alsof je vandaag een nieuwe filosofie zou schrijven die zich beroept op Confucius of Jezus Christus. We onderschatten de hoeveelheid traditie waarover de mensen in die tijd reeds beschikten. Tegelijk kunnen we ook vaststellen dat bepaalde waarden inderdaad universeel-menselijk zijn.
Het confucianisme kent metafysica noch geloofsdogma's. Het is uiterst gericht op de praktijk van het dagelijkse leven, op beschaafde omgangsvormen, op goedheid, op vriendschap, op ambitie en integriteit, op zelfbeheersing, enzoverder. Een typisch confuciaanse uitspraak die ik in een referentiewerk vond is deze: "Niet dààrom moet iemand zich bekommeren, dat hij geen ambt bekleedt, maar daarom, dat men geschikt daarvoor wordt. Niet daarom moet men zich bekommeren, dat men bekend is, maar daarnaar moet men streven dat men waardig wordt bekend te zijn."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten