Het verhaal is tegelijk uniek en voor mij persoonlijk toch ook herkenbaar. Een monument van een grootvader die moet standhouden in ontberingen en gevaren. Een diep plichtsbesef tegenover God en medemens. Een ridderlijkheid die niet meer van deze tijd lijkt te zijn en die het moet opnemen tegen de "doel-wettigt-middelen" strategie van een industriƫle oorlogsmachine. Een oorlogsmachine die een diepe voor in de vette Vlaamse aarde ploegt. Plaatsen die een bijzondere betekenis krijgen omwille van de belevenissen van het hoofdpersonage: Dendermonde, Schiplaken, Evergem, enz.
Herkenbaar is ook de verontwaardiging over het onrecht. De vernederingen tegenover Vlaamse arbeiders en soldaten worden in alle ongenadige werkelijkheid geschilderd, evenwel zonder daar een schuldvraag of conclusie aan te koppelen. Ik zou het niet gekund hebben. Geen politieke recuperatie maar liefdevolle nazorg van blijvende littekens.
"Terpentijn" is geneesmiddel en troost. De oorlogsgruwel kan niet beschreven worden maar kan wel vermoed worden als afschuwwekkende antipode van de schoonheid in de kunst. Net zoals in "Duizend heuvels" van Koen Peeters biedt de kunst hier een therapie na het trauma van de oorlog.
'Oorlog en terpentijn' is een authentiek relaas, een aangrijpende roman en een intiem portret. Een nieuw literair monument in Vlaamse velden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten