Ik had al een ode aan de wiskunde, maar nog geen ode aan de natuurkunde. Natuurkunde is niet alleen een prachtig vak, het is ook een vak waarin veel gebeurt de laatste tijd en dankzij mijn werk verneem ik daar wel eens iets over. Het is ook een geschikte dag want 15 november is de feestdag van Albertus Magnus, de patroon van de natuurkundigen. Albertus Magnus was een sleutelfiguur bij de intrede van de natuurwetenschappen aan de universiteiten in de dertiende eeuw.
Dat is op
zich al merkwaardig. Als Hij bestaat, is de Schepper dan een wiskundige? Hij is
de volkomen Zwijger, maar spreekt misschien wiskunde, een taal die wij door
onze beperktheid maar moeizaam leren? Of is ons universum, zoals Hawking suggereert, “gewoon” een logische ontplooiing
van een wiskundige vergelijking of een wiskundig beginsel? Maar met natuurkunde alleen kunnen we dit soort vragen nog niet beantwoorden als we dat al zouden hopen.
Op het
einde van de 19de eeuw leek de klassieke natuurkunde te leiden naar
een algemeen begrip van alles. Een begrip dat ook overeenkwam met ons intuïtief
aanvoelen. In de 20ste eeuw kwamen er meer en meer contra-intuïtieve
waarnemingen. Er is iets onbegrijpelijks met het licht en er is iets onbegrijpelijks met de tijd. We hebben nu wel wiskunde gevonden
om die fenomenen te beschrijven maar de band met het intuïtief aanvoelen is doorgeknipt,
zelfs als je er tienduizend uur wiskunde mee zou bedrijven. Richard Feynman kon alles wel haarfijn uitleggen,
maar tot op de dag van vandaag niemand kan zich intuïtief een ‘golf-deeltje’ tegelijkertijd
voorstellen.
Er zijn vandaag
drie dingen die spannend zijn voor hedendaagse natuurkundigen:
1) De opkomst van de kwantuminformatica.
Deze discipline bestond al een tijdje maar heeft nu de wind in zeilen dankzij
de kwantumsleutel verdeling en het kwantumrekenen. In de kwantuminformatica wordt
gewerkt met kwantumbits of qubits, dat zijn bits die misschien ‘0’ of
misschien ‘1’ zijn.
2) De uitbreiding van ons zicht op de
kosmos, mogelijk gemaakt door de James Webb Space Telescope. Spoedig komen daar
middelen bij om naar exoplaneten te kijken. Dat zoeken zal mogelijk
een dieper inzicht verschaffen in de algemene en /of de speciale relativiteitstheorie,
de zwarte gatentheorie en de donkere materie. Wie weet
wordt een gecorrigeerde theorie geformuleerd.
3) We werken aan de ET – Einstein
Telescoop die hopelijk in de Euregio Maas-Rijn een plaats zal vinden. Die telescoop zal zeer
gevoelig zijn voor de zwaartekrachtgolven die over ons komen. Ook die zal
mogelijk een dieper inzicht verschaffen in de algemene relativiteitstheorie en
de eigenschappen van zwarte gaten.
Het is een spannende tijd voor de liefhebbers van dit vak! Een goed overzicht van de hedendaagse ontwikkelingen in de natuurkunde vindt u in Verdwaald in de Werkelijkheid.
Dit is mijn 400ste blog op de Zwijger.
Afbeelding van shutterstock.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten