dinsdag 13 december 2022

Deus Absconditus


De Leuvense lessen voor de 21e eeuw van dit jaar droegen als titel “Denken over onze oorsprong”. Een eerste zeer interessant artikel van Thomas Hertog handelde over de oorsprong van de tijd. Daarbij was natuurlijk veel aandacht voor het werk van Georges Lemaître. In het artikel besteedde de auteur niet alleen aandacht aan de zuivere wetenschap, maar ook aan onze 'traditie' in verband met onze oorsprong. Ik wil hier graag verder over mijmeren in twee opeenvolgende blogs.

In deze eerste blog wil ik graag onze godsdienstige traditie met betrekking tot onze oorsprong op de korrel nemen. In de blog van volgende week "Star Stuff Contemplating the Stars" wil ik de oorsprong van onze tijd en ons universum bekijken zoals die vandaag vanuit een wetenschappelijke en humanistische hoek belicht worden. Zoals de goede traditie aan de faculteit wetenschappen het wil, houden we godsdienst en wetenschap gescheiden.

Denken over de oorsprong van het universum is trouwens een hachelijke onderneming, want je zou je buiten het universum moeten kunnen plaatsen om dat te doen en dat is een contradictie. Veronderstel dat je een embryo bent dat nadenkt over de vraag hoe het in de baarmoeder terechtkwam. We laten dus iedere waarheidsclaim vallen. Ootmoed en ontzag zijn hier op hun plaats maar mijmeren over de oorsprong van het leven en van het universum is wel plezierig. Als deze blog dus mooi en genietbaar wordt, ben ik al gelukkig.

In onze traditie ligt onze oorsprong bij God, Schepper van hemel en aarde en van al wat zichtbaar en onzichtbaar is. Dat is een soort verklaring die we ook in andere wereldgodsdiensten aantreffen. Het tijdsgebondene werd geschapen door een godheid die zelf tijdloos is. Niemand hoeft zich dan nog af te vragen hoe de schepper dan wel geschapen is. Dat is niet nodig want hij is er altijd geweest. Godsdienst functioneert hier als een lapmiddel voor ons gebrek aan kennis. De traditie formuleert een kort-door-de-bocht antwoord op een onmogelijke vraag. Wat je ook poneert als verklaring, uiteindelijk kom je toch altijd weer bij het Zijnswonder terecht.

In de christelijke traditie hebben we nog iets meer. De Schepper is ook een persoon, iemand met wie je kan praten. Ook al is Hij dus tijdloos, Hij kan zich toch manifesteren in onze tijd. De liturgie zegt: "Hij is een God van tijd én eeuwigheid." De Schrift beweert dat Hij spreekt door profeten. Elia ervoer Hem in een zachte bries. Maar de profeet Jesaja vroeg zich toch al af: “Waarom toont Hij zich niet?”. Jesaja noemde Hem, in de wanhoop die zijn tijd kenmerkte, een Deus absconditus, een verborgen God. De eenvoudige conclusie is dat onze traditie al even hulpeloos is als alle andere tradities om iets over onze oorsprong te zeggen. Betekent dit nu dat we met alle getob over onze oorsprong maar beter kunnen stoppen?

De wetenschap kan ons wel vertellen hoe we ontstaan zijn, maar ze kan ons niet vertellen waar we heen willen. In feite zegt onze traditie vooral wie we willen zijn. Het gaat niet zozeer over onze oorsprong, het gaat over onze bestemming, maar die bestemming zegt misschien iets over onze oorsprong (weliswaar pure speculatie). Wij zijn niet alleen dragers van hardware, we zijn ook dragers van software. Wij zijn niet alleen onderhevig aan externe krachten, we hebben in ons ook een interne kracht. Wij hebben in ons dunameis (dunameιz) dat zijn krachten die geen newtoniaanse krachten zijn maar levenskrachten, levenswil. Die dunameιz bestaan niet in de natuurkunde maar misschien wel in de psychologie en zeker in de godsdienstwetenschappen. Het zijn scheppende krachten. Die scheppende krachten zijn zo belangrijk dat ze onze oorsprong en onze bestemming voortdurend nieuwe betekenis geven. Ze zijn bij ons van de alfa tot de omega. 

Dat is waar onze traditie over gaat. Als wij het gevoel hebben dat wij een unieke plaats in de kosmos bezetten, dan drijft onze levenswil ons altijd in de richting van de liefde die wij sterk in verband brengen met onze oorsprong en met onze ultieme bestemming. Als we spreken over de Schepping bedoelen we niet het resultaat van Gods eerste zesdaagse, maar dan benadrukken we de liefdevolle beleving en de schoonheid van ons universum. In het wetenschappelijk universum zijn we een stofje, maar in de Schepping beminnen we en worden we bemind door degene die we ultiem hopen te ontmoeten. Daarom kan het toch zin hebben over de Schepping te spreken. Het gaat dan niet over de wetenschappelijke waarheid maar over het ontzag waarmee we naar het universum kijken. Of je nu gelooft of niet, we leven hoe dan ook in een wonder dat maakt dat wij kunnen en willen bestaan.

Ref: Thomas Hertog, Over de oorsprong van de tijd, Lessen voor de 21ste eeuw, uitgave 2022

Afbeelding: Een engel raakt met gloeiende kool de mond van Jesaja, in de St Michiels & St Goedele kathedraal in Brussel jorisvo / Shutterstock.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten