November is een maand van korte en donkere dagen, maar daar
staat iets positiefs tegenover. Het is ook de maand waarin we weer nieuwe
boeken kopen, bij culturele verenigingen, boekenbeurzen en internetwinkels. Boekenwinkels worden weer bestormd en onze boekenkasten puilen weer uit. Het
probleem is dat al die mooie boeken ook nog gelezen moeten worden.
Het kan niet de bedoeling zijn dat alleen de auteur ze nog leest en ik denk dat
vele auteurs vandaag dat gevoel hebben over hun mooie werken.
In deze tijd waarin alles snel moet gaan en waarin we veel tijd
doorbrengen op het wereldwijde web, moet lezen vooral snel gaan. Een tekst of
een boek moet een hapklare brok zijn, zo van je hap-slik-weg moet het telkens weer gaan. Dat is een zorg omdat we
op die manier oppervlakkig dreigen worden. Inzake boeken, dreigt fastfood het
te winnen van Michelin. Had Michel de Montaigne niet gezegd dat “de maag haar
werk moet doen” als we lezen? Lezen is dus meer dan eten; het is ook verteren en
daarna genieten van een goed gevulde maag.
Kunnen kinderen van de 21ste eeuw nog genieten
van zoveel mooie klassiekers? Ik probeer mijn kinderen warm te maken voor
boeken als Kaas van Willem Elsschot en Max Havelaar
van Multatuli. De broers Karamazov zijn ook beschikbaar, maar niet verplicht. Maar voor velen is een boek van 50 bladzijden al een hele opgave. Het
kan een troost zijn te bedenken dat dit al een zorg was in mijn jeugd, zo’n
40-50 jaar geleden, ergens in de vroege Middeleeuwen.
Ik herinner me dat mijn nonkels en tantes elkaar waarschuwden voor het verslavende gevaar van televisie en van godbetert, kleurentelevisie. De kinderen zouden geestelijk lui worden van stripverhalen, waar ook nog eens talloze taalfouten in voorkwamen. De kwalijke gevolgen van die stripverhalen hebben zich dan ook in de volgende vijftig jaar veelvuldig gemanifesteerd, dat moet toegegeven worden. Maar vandaag zijn we al blij als onze kinderen nog een stripverhaal willen lezen. De televisie is nu een welgekomen afwisseling bij het afstompend kwaad van de computerspelletjes. Maar we geven het niet op.
Ik herinner me dat mijn nonkels en tantes elkaar waarschuwden voor het verslavende gevaar van televisie en van godbetert, kleurentelevisie. De kinderen zouden geestelijk lui worden van stripverhalen, waar ook nog eens talloze taalfouten in voorkwamen. De kwalijke gevolgen van die stripverhalen hebben zich dan ook in de volgende vijftig jaar veelvuldig gemanifesteerd, dat moet toegegeven worden. Maar vandaag zijn we al blij als onze kinderen nog een stripverhaal willen lezen. De televisie is nu een welgekomen afwisseling bij het afstompend kwaad van de computerspelletjes. Maar we geven het niet op.
En zeuren over de opvoeding van kinderen is een gezellige bezigheid van alle
tijden, zoals eerder beschreven in mijn blog: “Kinderen
opvoeden in de 21ste eeuw”.
Foto: Trinity college library, Dublin, via shutterstock.com
Foto: Trinity college library, Dublin, via shutterstock.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten