De jongen is zelf helemaal opgenomen in de
oorlogslogica. Hij geniet het voordeel de oorlogsgruwel nog niet echt van nabij
meegemaakt te hebben, zodat hij niet bang is zelf initiatieven te nemen die
passen in zijn heldhaftige verbeelding. Zelf is hij bereid om alles te doen om
zijn land te dienen. Amos Oz is hier ongetwijfeld autobiografisch aan het werk.
In zijn pogingen om goed te doen raakt de
jongen bevriend met een Engelse brigadier, Stephen Dunlop. De Engelsen worden
op dat moment door zijn volk als vijand beschouwd omdat ze de Arabieren
bijstaan. De jongen wordt geplaagd door de vraag of hij nu een verrader is of
niet en op een dag schrijft zijn beste vriend "Profi is een verrader" op de façade
van zijn huis.
Het interessante van dit verhaal is de vraag: “Kan
je je vijand beminnen?”. Zijn vrienden hebben daar de volgende duidelijke mening
over: “Van je vijand houden is het allergrootste verraad dat er bestaat”.
Dergelijke romans zijn eigenlijk leerrijker
dan honderd reportages omdat ze de bestaande spanningen in detail beschrijven
en nuanceren. Dit is een zeer menselijk verhaal dat scherp aantoont hoe
meeslepend oorlogslogica kan zijn en hoe onvermogend elke toenadering tot de vijand
is in tijden van oorlog.
Amos Oz heeft de belegering van Gaza niet meer
meegemaakt. De vraag die hij zich zeker zou gesteld hebben is waar de
menselijkheid van de Israëlische en de Palestijnse leiders gebleven is. Maar
aangezien de Israëlische leiders nu in de sterke positie staan, gaat onze
belangstelling toch vooral uit naar wat van hun menselijkheid overgebleven is.
Ik verwijs naar mijn blog Pray for
Peace.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten