Met Nieuwjaar maken we niet alleen persoonlijke voornemens, we maken ook collectieve voornemens met ons bedrijf, onze bedrijfstak of ons land. De tweede week van januari is daarvoor erg geschikt. Je kan daarover van gedachten wisselen op nieuwjaarsrecepties met collega’s. Maar ook buiten de nieuwjaar periode worden we regelmatig rond de oren geslagen met de vraag of Vlaanderen niet ambitieuzer moet worden. Dat wordt soms met een onaangename neerbuigendheid gezegd en toch is de vraag interessant.
De vraag ontstaat
vanuit een positief gegeven en vanuit een negatief gegeven. Het positief
gegeven is dat Vlaanderen een historisch rijke regio is met veel vakmanschap en hoog-gekwalificeerde werkkrachten. Het negatief
gegeven is dat Vlaanderen lijkt te rijden met een ingeschakelde rem. Er is de steeds hoge staatsschuld en de ingewikkelde politieke besluitvorming. Zoals in vele landen bestaat er ook een gevoel van een democratisch deficit. Maar Vlaanderen is nog geen failed state.
We maken ons soms
zorgen dat we meer ruzie maken dan andere landen maar dat klopt niet. Om dat te
verifiëren moet je slechts een aantal malen naar buitenlandse nieuwsuitzendingen
kijken. Daar wordt aardig wat gebekvecht. Hier bij ons is de concurrentie met andere landen wel veel groter geworden zowel
binnen Europa als buiten Europa. Als we kijken naar grootse prestaties in
binnen- en buitenland, komen we meestal tot de conclusie dat die zelden het
gevolg zijn van de politiek alleen, maar ook zelden van de privé nijverheid alleen. Gewoonlijk
zijn grootse realisaties het resultaat van een gezonde samenwerking tussen de
politiek en de industrie.
Andere bespiegelingen
over de industrie vindt u in “Het principe van de goede huisvader in een
technocratie” en “Ode to Industry”.
Afbeelding: Vlaams wandtapijt in het gebouw van de Verenigde Naties UN Photo
Geen opmerkingen:
Een reactie posten