woensdag 24 september 2014

Waarom (niet) onafhankelijk?


Er zijn twee soorten onafhankelijkheidsbewegingen: de goede en de slechte. De goede streven naar bevrijding en gerechtigheid; de slechte zijn populistisch en provincialistisch. Voor Vladimir Poetin was de onafhankelijkheidsbeweging van Kosovo slecht en die van Oost-Oekraïne goed. Voor de Europese Unie was de onafhankelijkheidsbeweging van Kosovo goed en die van Oost-Oekraïne slecht. Is er een logica? Ja: wie aan macht en invloed wint, vindt de beweging goed. Wie macht verliest, vindt de beweging slecht. Democratische idealen en romantische gevoelens moeten alleen dienen om de ware beweegredenen te verhullen.

Het is gevoelige materie. Niemand staat echt neutraal. Ook buitenlanders menen meestal te weten of een onafhankelijkheidsbeweging goed of slecht is. Meestal vinden zij het sneu als een ander land uiteenvalt. Een onafhankelijkheidsbeweging heeft altijd een gemene kant en een sympathieke kant. Het gemene is soms erger dan gemeen, zoals met de bommen in Baskenland. Laten we hopen dat het gezond verstand overwint.

Maar er is soms ook een sympathieke kant. Dat komt omdat de tegenstanders zich met hun repressie erg onsympathiek maken. De tegenstanders, dat zijn de "jacobijnse" nationale staten die kost wat kost hun macht willen behouden en die een deel van eigen bevolking misprijzen omdat dat deel een stuk van de macht ambieert dat die nationale staten niet willen delegeren. Je krijgt dan een soort David versus Goliath effect.

Natuurlijk begrijp ik wel dat dat niet iedere stad, volk of regio zich zomaar om het even wanneer kan losscheuren van een groter geheel als haar dat goed uitkomt. Er moet een soort rem of filter zijn en die is er gewoonlijk ook wel. Gewoonlijk gaat er een proces van jaren aan vooraf. Specialisten in volkenrecht kennen de voorwaarden beter.

Identiteiten kunnen zich om meerdere redenen vormen maar ze zijn eigenlijk niet doorslaggevend in het onafhankelijkheidsstreven. Een identiteitsverschil hoeft niet noodzakelijk tot een onafhankelijkheidsstreven te leiden. Maar een afscheiding door onafhankelijkheid hoeft ook niet noodzakelijk tot een verlies aan diversiteit te leiden. Een afscheiding is niet noodzakelijk een terugkeer van een diverse naar een homogene samenleving en niemand verwacht overigens dat de nieuwe staten hun grenzen zullen sluiten.

Ik beweer niet dat ieder onafhankelijkheidsstreven per sé goed of verstandig is. Ik stel wel vast dat aan de basis altijd een sociaal-economisch verschil ligt, hetzij een reëel verschil, hetzij een gepercipieerd verschil. Met andere woorden, de onafhankelijkheidsstrijders zijn er in elk geval van overtuigd dat zij het na de afscheiding beter zullen hebben: dat is zo in Schotland, in Catalonië en in Vlaanderen. Het kan ook wel een illusie zijn, maar de eenheidsstaten missen meestal de empathie om het gevoel weg te nemen. Zij beschuldigen gewoonlijk de "separatisten" van egoïsme en incivisme. De voorstanders van de onafhankelijkheid interpreteren dat als het zoveelste bewijs dat de regio uitgebuit of benadeeld wordt door de machthebbers van de eenheidsstaat. En meestal hebben beide partijen een beetje gelijk.

Ik verwijs ook naar mijn laatste kerstessay: Vlaanderen en België, een gespannen verhouding.
------------------------------------------------------

Naschrift naar aanleiding van de Catalaanse crisis (16/10/2017)

Er bestaat weinig begrip voor onafhankelijkheidsbewegingen in een ander land. Als ik dus wel begrip toon, heeft dat te maken met mijn neiging bij conflicten de underdog te verdedigen. Dat betekent niet dat de underdog altijd gelijk heeft. Gewoonlijk krijg ik daarbij volgende commentaar te horen:
  1. Het nationalisme is egoïstisch omdat een rijke regio zich niet meer solidair wil tonen met de andere regio’s van de moederstaat. Inderdaad zijn staatsgrenzen nog altijd boekhoudkundige grenzen. Dat betekent dat binnen de staatsgrenzen gewoonlijk minder “geteld” wordt dan erbuiten. Maar is het staatsnationalisme dan ook geen, weliswaar geïnstitutionaliseerd, egoïsme? Waarom moet solidariteit ophouden aan de landsgrenzen? Waarom moet een arme Vlaming wél solidair zijn met een arme Belgisch Luxemburger, terwijl een rijke Groothertogdom -Luxemburger daar niet solidair mee hoeft te zijn? M.a.w. staatsnationalisme is in de praktijk net even egoïstisch als nieuwe-natie nationalisme, alleen is het een egoïsme waaraan iedereen zich reeds gewend heeft. De independentisten zien gewoonlijk de moederstaat als egoïstisch. Sommige regio's zijn van nature rijk. Ik vind dat die regio's zich solidair kunnen en moeten tonen met armere regio's, binnen of buiten hetzelfde staatsverband. De Europese constructie stimuleert die solidariteit nog onvoldoende.
  2. Het nationalisme is “passé”, voorbijgestreefd, onbelangrijk. Dat wordt om te beginnen tegengesproken door het punt hierboven. Bovendien bewijzen de tegenstanders van de onafhankelijkheidsbewegingen met hun heftige reacties dat het voor hen net niet onbelangrijk is. Maar ik denk toch dat staten en regio's in de toekomst meer zullen moeten gaan samenwerken in grotere verbanden zoals Europa. Maar omdat Europa nog wat groot en log is, ben ik voor ons land een groot voorstander van samenwerking in Benelux-verband. Ik zie liever een sterke Benelux ontstaan dan een onafhankelijk Vlaanderen.
Ik verwijs ook naar mijn blog "The European Paradox".

Geen opmerkingen:

Een reactie posten