woensdag 16 maart 2016

De weerstand van de middenstand


Overal ter wereld doen de populistische partijen het goed bij de middenstand. De reden is erg eenvoudig. De middenstand is ontevreden. Daar zijn objectieve redenen voor, en subjectieve.

Een objectieve reden is dat de meeste middenstanders achteruitgaan sinds 2008. Voor het eerst sinds 1945 zijn er heel wat mensen die ondanks hard werken, hun inkomsten zien dalen en hun uitgaven zien stijgen. Ze vormen de eerste generatie die het minder goed stelt dan hun ouders.

Zoals eerder beschreven in "De opstand van de middenstand" is om een aantal redenen het werken in het middenveld moeilijker geworden. Het is moeilijk aan kapitaal te geraken en het is moeilijk gekwalificeerde mensen te vinden. De werklast is ondanks (of net door) de informatica gestegen, weliswaar met een productiviteitsverhoging. Maar die productiviteitsverhoging is vooral naar de aandeelhouders (hoogste klassen) gegaan. Middenstanders besteden ook steeds meer tijd in het verkeer, tijd die volledig ten koste van hun inkomen en hun vrije tijd verloopt. Wie werkt, zou op het einde van zijn leven ook een goede appel voor de dorst moeten overhouden, maar hij riskeert een aanslagformulier in de bus te vinden.

Een subjectieve reden is de eerder besproken vaststelling van Montesquieu. Ondanks het feit dat middenstanders meer mensen rondom zich hebben die het minder goed hebben, schatten ze het geluk van die mensen te hoog in. Ze onderschatten de ellende van de lagere klassen bij het betalen van rekeningen en overschatten de tijd die de lagere klassen overhouden na hun dagtaak.

Hoe dan ook, de middenstand maakt zich zorgen over het feit dat de rijkdom schijnt weg te vluchten en de armoede schijnt toe te stromen. Maar het is wellicht tijd om wat te sleutelen aan een aantal idee-fixen van onze economie.

Ik verwijs naar een vorige blog: Money for Nothing.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten